Online sinds 14.01.2016
Schriftplaatsen: Genesis 40:14+23; Lukas 23:42-43
“Maar denk aan mij, wanneer het u goed zal gaan; bewijs mij toch goedertierenheid en vertel over mij aan de farao, en maak dat ik uit dit huis kom. … Het hoofd van de schenkers dacht echter niet meer aan Jozef, maar hij vergat hem” (Gen. 40:14+23).
“En hij zei: Jezus, denk aan mij, wanneer U in Uw koninkrijk komt! En Hij zei tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, vandaag zult u met Mij in het paradijs zijn” (Luk. 23:42-43).
Een dubbel contrast vinden we in deze tekstplaatsen. Jozef vroeg of het hoofd van de schenkers aan hem zou denken, wanneer hij verhoogd zou worden, en hij werd vergeten; hij stelde ook zijn vertrouwen voor een moment op een mens en werd teleurgesteld.
De stervende misdadiger vroeg daarentegen in zijn nood, maar wel in geloof: “Jezus, denk aan mij, wanneer U in Uw koninkrijk komt!”, en hij kreeg het onmiddellijke antwoord: “Voorwaar, Ik zeg u, vandaag zult u met Mij in het paradijs zijn”. Ook hij stelde zijn vertrouwen in een Mens, maar deze Mens was de Messias, de zoon van David en eveneens Davids Heer, en daarom werd hij niet teleurgesteld.
De lezer zal de waardevolle lessen, die in dit contrast liggen voor zichzelf leren, maar op enkele van de duidelijkste willen we wijzen.
Ten eerste is het hopeloos de bevrijding van de Heer te verwachten door welk menselijk middel dan ook; ten tweede is het “beter tot de HEERE de toevlucht te nemen, dan op edelen te vertrouwen” (Ps. 118:9); en ten slotte zullen zij, die de Heer verwachten niet beschaamd worden (Jes. 49:23).
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW