8 februari 2024
In het Oude Testament zei God tegen de Israëlieten: “Maar alles wat de baarmoeder van een ezelin opent, moet u vrijkopen met een lam. Als u het niet vrijkoopt, moet u het de nek breken. Maar wat de mensen betreft, moet u alle eerstgeborenen onder uw zonen vrijkopen” (Ex.13:13).
Reis met me mee terug in de tijd, zo’n 3000 jaar geleden. Een priester praat met een arme Israëliet over het ezeltje, dat naast hem staat. De arme man zegt: “Kunt u voor deze ene keer geen barmhartige uitzondering voor mij maken? Dit is mijn eerstgeboren ezel, en hoewel ik weet wat de wet van God zegt, kan zijn leven niet gespaard worden? Ik kan het me niet veroorloven om dit kleine dier te verliezen.”
De priester zegt: “Gods wet is heel duidelijk. Tenzij de ezel wordt vrijgekocht door de dood van een lam, moet zijn nek worden gebroken.”
“Maar ik heb geen lam.”
“Ga er dan een kopen. Het lam of de ezel moet sterven.”
De Israëliet antwoordt verdrietig: “Dan is het hopeloos, want ik kan geen lam betalen.”
Een andere man die de discussie hoort, gaat naar de arme Israëliet toe en zegt: “ Kom op! Ik heb een lammetje zonder vlek of gebrek. Hoewel het veel voor mij betekent, zal ik het aan jou geven.” Hij gaat weg en al snel staan ezel en lam naast elkaar. Dan wordt het lam op het altaar geplaatst, het bloed wordt vergoten en het wordt door het vuur verteerd.
De priester wendt zich tot de arme man en zegt: “ U kunt uw ezel mee naar huis nemen. Zijn nek zal niet gebroken worden, want het lam is in zijn plaats gestorven. Uw ezel kan leven en rechtmatig vrijuit gaan, dankzij uw vriend.”
Dit verhaaltje geeft ons een beeld van de behoudenis van een zondaar. Gods claim tegen de zonde eist een “gebroken nek” – een rechtvaardig oordeel over u. Het enige alternatief is de dood van een Plaatsvervanger die door God is goedgekeurd. Hoe zeer u ook uw best doet, u kunt niet aan Gods eis voldoen. Maar God Zelf zorgde voor het Lam in de persoon van Zijn geliefde Zoon, Jezus Christus. Johannes de Doper verwees naar Hem als “het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt” (Joh. 1:29).
Jezus ging naar het kruis van Golgotha: “Als een lam werd Hij ter slachting geleid” (Jes. 53:7). Daar leed Hij “eenmaal voor [de] zonden, [de] Rechtvaardige voor [de] onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen” (1 Petr. 3:18). Hij “die overgegeven is om onze overtredingen en opgewekt om onze rechtvaardiging” (Rom. 4:25). God vermindert Zijn oordeel over de zonde niet wanneer Hij de zondaar vergeeft (Rom. 3:25-26). Jezus moest de straf volledig betalen.
Hoe beantwoord u deze vraag: “Gelooft u in de Zoon van God?” Als u antwoordt: “Ik heb ontdekt, dat Hij Degene is op Wie ik zeker kan vertrouwen als mijn Heer en Heiland,” dan kent God u de volledige waarde van het offer van Jezus toe.
De liefde van God, de heerlijkheid van Zijn kostbare Zoon en de verlossing van de zondaar zijn allemaal met elkaar verbonden. Wat een bundel van genade en heerlijkheid! Gods eigen Zoon doet al het werk en u en ik – arme, schuldige zondaars die in Hem geloven – krijgen alle zegen. “Maak de HEERE met mij groot, laten wij tezamen Zijn Naam roemen” (Ps. 34:4).
Tim Hadley ; © www.anchorsforlife.org
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW