1 maand geleden

De vreugde van uw behoudenis (1)

13 februari 2024

Het werk van Christus redt u, Gods Woord verzekert u, en uw vreugde wordt in stand gehouden door de Heilige Geest die in u woont. Maar ieder gered mens heeft nog steeds de oude, zondige natuur waarmee hij of zij geboren is. De Heilige Geest verzet zich tegen de oude natuur, maar is bedroefd over elke gedachte, woord of daad die daaruit voortkomt. Als u “de Heer waardig” wandelt, brengt de Heilige Geest Zijn gezegende vrucht in u voort: “liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, trouw1, zachtmoedigheid, zelfbeheersing” (Gal. 5:22). Als u echter op een wereldse manier wandelt, wordt de Heilige Geest bedroefd en neemt deze vrucht af naarmate uw wereldse weg toeneemt. Terwijl het werk van Christus en uw behoudenis samen stevig staan – omdat Hij niet kan falen – staan of vallen uw wandel en vreugde samen, omdat het een van het ander afhangt.

De eerste discipelen wandelden “in de vrees van de Heer, en zij vermeerderde door de vertroosting van de Heilige Geest” (Hand. 9:31). Opnieuw staat er: “En de discipelen werden vervuld met blijdschap en met [de] Heilige Geest” (Hand. 13:52). Met andere woorden, uw geestelijke blijdschap zal in directe verhouding staan tot het geestelijke karakter van uw wandel nadat u behouden bent. 

Veel gelovigen verwarren geestelijke vreugde met eeuwige behoudenis. Als een gelovige door de zonde de Heilige Geest verdriet doet, gaat zijn vreugde verloren, maar blijft zijn behoudenis gewaarborgd. Uw behoudenis hangt af van het werk van Christus voor u, uw zekerheid is gebaseerd op de waarheid van het Woord van God en uw vreugde wordt gevonden in het niet bedroeven van de Heilige Geest die in u is.

Als u de Heilige Geest verdriet doet, wordt uw gemeenschap met de Vader en de Zoon onderbroken. Alleen als u uzelf oordeelt en uw zonden belijdt, wordt uw vreugde hersteld.

De behoudenis van een christen hangt af van zijn geboorte; zijn gemeenschap hangt af van zijn gedrag.

Nadat David overspel had gepleegd met Bathseba en had geregeld, dat Uria in de strijd werd gedood (2 Sam. 11-12), vroeg hij God niet: “geef mij uw heil terug,” maar: “geef mij de vreugde van uw heil terug” (Ps. 51:14).

Als een gelovige zondigt, wordt de gemeenschap onderbroken en gaat de vreugde verloren totdat hij in zelfveroordeling terugkeert naar de Vader en zijn zonden belijdt. De gelovige kan dan zeker weten, dat hij vergeven is, want 1 Johannes 1:9 zegt: “Als wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle2 ongerechtigheid.” Onthoudt altijd, dat er niets zo sterk is als de band van relatie en niets zo teder als de band van gemeenschap. Niets kan de eerste verbreken, maar een onreine gedachte, een verkeerd motief of een kwetsend woord zal de tweede verbreken. Verwar nooit uw zekerheid met uw vreugde!

Bent u verontrust? Keer u in nederige belijdenis tot God. Onderzoek uzelf. Als u weet wat u van uw vreugde heeft beroofd, belijdt dan uw zonde aan God en veroordeel uzelf voor uw onvoorzichtigheid waardoor de zonde in eerste instantie kon binnendringen.

Denk niet, dat het oordeel van God over de zonden van de gelovige minder streng is dan dat over de zonden van de ongelovige. Hij meet niet met twee maten. Hij heeft maar één weg om met zonde om te gaan. De zonden van de gelovige zijn allemaal betaald door Jezus Christus aan het kruis. Daar werd de kwestie van het oordeel over de zonde van de gelovige voor altijd beslecht. Het oordeel viel op de Heer Jezus, de gezegende Plaatsvervanger die de plaats van de gelovige innam: “… Die Zelf onze zonden in zijn lichaam heeft gedragen op het hout” (1 Petr. 2:24). Aan de andere kant moet de ongelovige, de ‘Christus-verwerper’, voor altijd de straf voor zijn zonden in de hel dragen, omdat hij geweigerd heeft Jezus Christus als zijn persoonlijke Plaatsvervanger, zijn Redder, aan te nemen.

Als een gelovige zondigt, kan de vraag over het oordeel niet tegen hem worden opgeworpen omdat de Rechter de vraag over het oordeel aan het kruis heeft opgelost. Maar de vraag over de gemeenschap wordt in de gelovige opgeworpen door de Heilige Geest, elke keer als Hij bedroefd is.

Een man kijkt naar de weerspiegeling van de maan in een plas stilstaand water en merkt tegen een vriend op hoe mooi de maan is. Plotseling gooit iemand een steen in de poel en de man roept uit: “De maan is uit elkaar gevallen en de stukken liggen overal!” Zijn vriend antwoordt: “Kijk omhoog! De maan is helemaal niet veranderd. Alleen de poel is veranderd.” Hoe is dit van toepassing op de gelovige?

Uw hart (de echte uzelf) is de poel. Als u geen kwaad in uw leven toelaat, openbaart de Heilige Geest de wonderen van Christus voor uw troost en vreugde. Maar op het moment, dat de zonde zijn intrede doet, verstoort de Heilige Geest de poel (uw hart) en worden uw gelukkige ervaringen verbroken. U bent onrustig en van streek. Maar zodra u uw zonde belijdt, wordt de rustige blijdschap van de gemeenschap hersteld.

Is het werk van Christus veranderd terwijl uw hart onrustig is vanwege de zonde? Natuurlijk niet! Dan is de zekerheid van uw behoudenis ook niet veranderd. Is Gods Woord veranderd? Nee! Dan is de zekerheid van uw behoudenis ook niet veranderd. Wat is er dan veranderd? De werking van de Heilige Geest in u is veranderd. In plaats van uw hart te vullen met het gevoel van Christus’ waardigheid, is Hij bedroefd, dat Hij zich van dit heerlijke werk moet afkeren om u te vullen met een gevoel van uw zonde. Hij neemt uw troost en blijdschap weg totdat u het kwaad, dat Hem bedroefd heeft, oordeelt en weerstaat. Wanneer dit gedaan is, herstelt Hij uw gemeenschap.

De Heer zegt in Zijn Woord: “Bedroeft de Heilige Geest van God niet, met Wie u verzegeld bent tot [de] dag van de verlossing” (Ef. 4:30).

Beste lezer, onze Heiland en Heer zal nooit veranderen. De Bijbel zegt: “Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid” (Hebr. 13:8). Zijn volbrachte werk zal ook nooit veranderen, want: “Ik weet dat alles wat God doet, voor eeuwig blijft; niets is eraan toe te voegen, niets ervan af te doen …” (Pred. 3:14). Ook het Woord, dat Hij heeft gesproken, zal nooit veranderen. Het Voorwerp van uw vertrouwen, het fundament van uw zekerheid en de grond van uw veiligheid zijn eeuwig onveranderlijk!

 

NOTEN:
1. Of ‘geloof.’
2. Of ‘elke.’

 

Tim Hadley © www.anchorsforlife.org

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW