19 jaar geleden

De profeet Daniël (4)

Hoofdstuk IV

 

Praktische tips: Zie les 1 + 2.
Hoe kunt u mee doen? Zie les 1 + 2.

Beste cursist(e),

De mens. DE MENS. Alles draait om: de mens. Kijk toch eens …, dit kan ik maken … dat heb ik gedaan. Vooral de laatste jaren gaan de ontwikkelingen in een razandsnel tempo. Op medisch gebied, ruimtevaart en noem maar op. De mens denkt dat hij alles kan. Nou ja … alles ..? Bijna alles.
Tegenwoordig denkt men zo, maar vroeger werd ook zo gedacht. Dat hebben we gelezen in dit vierde hoofdstuk van het boek Daniël. Nebukadnézar dacht ook alles zelf te kunnen en is trots op zichzelf. In het tweede vers zei hij: “Het behaagt mij …”. Hoewel hij ook over God sprak, richtte hij toch de aandacht op zichzelf. Toen kreeg hij van God weer een droom. En evenals bij de eerste keer, konden de wijzen van Babel ook nu de koning geen uitleg geven. Daarop richtte hij zich opnieuw tot Daniël. Let goed op wat Nebukadnézar tegen hem zei!

Vraag 1. Uit welke woorden van hem blijkt dat hij niet aan de enige, waarachtige God dacht?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Toen de koning de droom verteld had, was Daniël erg onder de indruk. Hij vond het verschrikkelijk wat hij de koning moest vertellen. Hij probeerde dan ook Nebukadnézar nog tot inkeer te brengen.

Vraag 2. Wat moest Nebukadnézar volgens Daniël gaan doen?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Maar Nebukadnézar luisterde niet. Het trotse hart van de koning wilde niet luisteren naar de raad van Daniël. Hij wilde niet buigen voor God en Hem de eer geven. De gevolgen bleven dan ook niet uit. Lees nog maar eens vers 29 tot 33. Daar zien we weer heel duidelijk de hoogmoed. “Ik heb gebouwd … mijn macht, … mijn heerlijkheid”.
De straf van God kwam. De droom werd werkelijkheid. Wat erg voor die man en wat zal hij eruit gezien hebben: “hij at gras als de ossen … zijn haar groeide als de vederen van de arenden, en zijn nagels als van de vogels” (vers 33).
Hij werd als een dier. Met één slag had hij al zijn macht en pracht verloren. Gelukkig staat er in vers 25 “totdat”. Dat ene woordje geeft aan dat het om een tijdelijke straf ging. Er was voor hem een weg terug! Maar daarvoor moest Nebukadnézar wel iets doen.

Vraag 3. Wat was het allereerste wat hij deed?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Toen “loofde hij de Allerhoogste en verheerlijkt de Eeuwiglevende”. Nu gaf hij God de eer! Deze gebeurtenis had op Nebukadnézar een heel andere uitwerking dan in Daniël 2:46. Nu viel hij niet meer voor Daniël op de knieën om hem te danken en te aanbidden. Nee, Nu ging alle eer naar God! Lees het maar na in de verzen 34 tot 37. Ook in het laatste vers van dit hoofdstuk lezen we dat hij nu duidelijk wist wat God met hoogmoedigen doet.

Vraag 4. Wat zei hij daar?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Dat gold voor Nebukadnézar maar geldt ook voor ons! Het spreekwoord zegt: “Hoogmoed komt voor de val”. Nog belangrijker is wat in Gods Woord staat.

Vraag 5. Wat lezen wij in Jakobus 4:6?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Ja, het is alles GENADE! Wij moeten niet denken dat wij uit onszelf tot iets in staat zijn. Absoluut niet! “… want het is God die in u werkt, zowel het willen als het werken, om Zijn welbehagen” (Filippi 2:13).
Lees ook eens Johannes 15:5. Daar staat: “Want zonder Mij kunt u helemaal niets doen”.

Vraag 6. Hoe kunnen wij vrucht dragen?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Dat is belangrijk! Vrucht dragen voor de Heer! Niet onze eigen carrière, onze eigen positie, ons eigen huis, vakantie, bankrekening … noem maar op. Het gaat er niet om dat wij onszelf “omhoog moeten werken”. Dat het ons streven is om het hier op aarde zelf maar steeds beter te hebben. Dat heeft totaal geen waarde.
Iemand zei eens; “Wat is zekerheid?”

  • Jouw auto kan total-loss gereden worden.
  • Jouw huis kan vannacht in vlammen opgaan.
  • Morgen kun je je beste baan verliezen.
  • Wie weet, ben je morgen ernstig ziek, of … leef je dan niet eens meer.

Maar wat zegt de Bijbel? “Want ik ben verzekerd dat dood noch leven, noch engelen noch overheden, noch tegenwoordige noch toekomstige dingen, noch machten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die is in Christus Jezus, onze Heer” (Romeinen 8:38-39).

De enige zekerheid is: de liefde van God!

 

Natuurlijk moeten wij hier op aarde ons best doen in ons werk of studie. Want ook daardoor kunnen we getuigen van de Heer. Juist door ons doen en laten kunnen we aan anderen laten zien, dat we bij Hem horen. Misschien zijn onze daden nog wel belangrijker dan onze woorden. Toch moeten wij er goed van doordrongen zijn, dat het om tijdelijke, aardse dingen gaat. Dingen waarin geen enkele zekerheid is. Dingen die niets met de eeuwigheid te maken hebben.

Misschien hebt u de volgende regels ook wel eens gezongen:

Alles! hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan;
Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus,
Dat houdt zijn waard’ en zal blijven bestaan.

Het is al een heel oud lied, waarin sprake is van dingen die geen waarde hebben. Maar ook van dingen die blijven bestaan! Dus met eeuwigheidswaarde! Dat zijn de dingen die gedaan worden uit liefde tot Jezus. Dat is “vruchtdragen” voor Hem! Een plant draagt alleen vrucht als er leven in die plant is. Een dode plant draagt geen vrucht. Zo kan een mens ook alleen maar vrucht dragen als er leven in hem is. LEVEN!

Vraag 7. Wat zegt de Heer Jezus in Johannes 14:6 van Zichzelf?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Iedereen die de Heer Jezus kent als zijn (of haar) persoonlijke Heiland en Verlosser, heeft dat “leven” ontvangen. En kan daardoor dus vruchtdragen. Vruchtdragen voor Hem kan dus alleen door Hem! “Zonder Mij kunt u helemaal niets doen”.

Vraag 8. Kunt u iets opnoemen, wat een vrucht voor de Heer is?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Och, dat het werkelijk een verlangen van ons hart mag zijn om vrucht te dragen. Laten we elke nieuwe dag de Heer daarvoor om kracht en hulp vragen. Dat we toch niet, zoals een Nebukadnézar, aan eigen eer denken en hoogmoedig worden. Laat ons leven hier op aarde, net als bij Daniël, tot eer van God zijn.

Toch zal dat vruchtdragen ook gevolgen voor ons zelf hebben. Lees maar eens Johannes 15:8 tot 11.

Vraag 9. Welke gevolgen?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

De Vader wordt verheerlijkt door ons vruchtdragen, zegt de Heer Jezus. Ook zegt Hij dat we in Zijn liefde moeten blijven en Zijn geboden moeten bewaren. Dat alles heeft Hij gezegd opdat “Mijn blijdschap in u is en uw blijdschap volkomen wordt”. Is dat niet heerlijk? Het volgen van de Heer en het doen van Zijn wil geeft een grote zegen voor onszelf!

Toch kan het soms best moeilijk zijn om nederig en eenvoudig te blijven. Misschien hebt je het maatschappelijk gezien erg getroffen. Het “gaat je voor de wind”. Er wordt door anderen met lof gesproken over je werk. Misschien zelfs over het werk dat je voor een geloofsgemeenschap mag doen. Pas dan op! De satan is er steeds op uit, de aandacht op mensen in plaats van op de Heer te richten. Hij zal alles in het werk stellen om je van de Heer af te trekken. Van hem mag je jezelf best “goed vinden”, zelfs in Christelijk werk. Dan voel je je immers zelf geëerd en gaat niet de eer naar God!
Het kan best zijn, dat je bepaalde dingen erg goed kunt. De Heer geeft aan elke gelovige een taak en bepaalde capaciteiten om – (let op … de Heer geeft! Dat is niet uit verdienste, maar uit genade!) – te gebruiken tot eer van Hem en in afhankelijkheid van Hem. En als wij Hem om hulp vragen, wil en zal Hij ons helpen.

Vraag 10. Welke prachtige belofte van de Heer lezen we in Jesaja 41:10b?

……………………………………………………………………………………………………………………….

……………………………………………………………………………………………………………………….

Ziezo, dit was les 4. Hoeveel teksten kent u al? Veel zegen en tot de volgende les!

Heel hartelijke groet in Hem die onze ziel bemint.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW