Bijbelgedeelte: Daniel 3 vers 19-23
19. Toen werd Nebukadnezar met grimmigheid vervuld, en zijn gelaatsuitdrukking tegenover Sadrach, Mesach en Abed-Nego veranderde. Hij nam het woord en zei dat men de oven zevenmaal heter moest stoken dan men gewoon was hem te stoken.
20. Enkele mannen, de sterkste mannen uit zijn leger, beval hij dat zij Sadrach, Mesach en Abed-Nego moesten binden om hen in de brandende vuuroven te werpen.
21. Toen werden deze mannen gebonden in hun mantels, hun broeken, hun mutsen en hun andere kleren, en zij wierpen hen midden in de brandende vuuroven.
22. Omdat het woord van de koning zo dwingend was en de oven uitzonderlijk heet gestookt was, hebben de vlammen van het vuur deze mannen die Sadrach, Mesach en Abed-Nego naar boven brachten, gedood.
23. Maar toen deze drie mannen – Sadrach, Mesach en Abed-Nego – gebonden midden in de brandende vuuroven gevallen waren,
In vers 16-18 horen we de reactie van de drie vrienden, maar vanaf vers 19 spreken ze niet meer. Toen hun God werd aangevallen, legden ze een duidelijke verklaring af; maar toen het vervolgens aan hen persoonlijk lag en ze gegrepen en in de oven gegooid werden, horen we geen tegenspraak meer van hen. Doen wij het soms niet andersom? Als onze God en Zijn eer worden aangevallen, zwijgen we vaak en zeggen we er niets tegen; maar als we persoonlijk worden aangevallen, verdedigen we onszelf vaak op zijn minst met woorden. Wat ons spreken betreft, hebben we een aanwijzing in 1 Petrus 3 vers 15-17: de vrienden hadden rekenschap afgelegd en hadden daarbij een goed geweten. En voor zwijgen hebben we het prachtige voorbeeld van de Heer Jezus zelf in 1 Petrus 2 vers 23. De drie vrienden kenden dit voorbeeld nog niet en toch leefden ze er al zo voorbeeldig naar; – en wij kennen het en toch moeten we bekennen dat we er zo weinig naar leven.
Hoewel ze zelf niet meer spreken, worden ze nu opvallend vaak genoemd door de Heilige Geest. Het is een vreugde voor God om steeds weer de namen te noemen van hen die van Hem getuigd hebben tot Zijn eer en die nu klaar zijn om alle gevolgen te dragen in het aangezicht van de vuuroven. God houdt ervan om de namen van Zijn gelovigen te noemen, ze zijn kostbaar voor Hem!
De woede van Nebukadnezar neemt nog verder toe omdat de drie vrienden zich met hun gedrag onverschrokken verzetten tegen zowel zijn gezag als zijn macht. Daarom liet hij de vuuroven nog zeven keer extra verhitten, iets wat op zich weinig zin had, omdat het uiteindelijk geen enkel verschil maakte, behalve dat daardoor de duur van het lijden korter werd. Vuur kan op twee manieren door God gebruikt worden:
- Voor loutering, om mogelijke onzuiverheden van het edelmetaal weg te snijden (Mal. 3:3,4);
- om te laten zien, dat het goud echt kostbaar zuiver materiaal is (1 Petr. 1:7).
Hier zou het vuur alleen het bewezen, veerkrachtige geloof van de drie vrienden onthullen. Hoe zou dat bij mij zijn?
We horen ook niet, dat de drie vrienden tot God baden voor bescherming tegen de vuuroven. Dat zou de normaalste zaak van de wereld zijn geweest, bidden om bescherming bij dreigend gevaar. Ze namen eenvoudigweg de gevolgen van hun trouw uit Gods hand aan en lieten het aan hun God over hoe Hij Zichzelf zou verheerlijken. God had hen deze beproeving zeker kunnen besparen en hen op een andere manier kunnen verlossen, maar ze stemden ermee in, op de een of andere wijze, door martelaarschap of niet. Als God hen uit de vuuroven had gered, zou Hij niet zo verheerlijkt zijn als toen het geval was. Ze vertrouwden op hun God en gingen liever met Hem de dood in dan zonder Hem in het koninklijk paleis te leven. Met de Heer Jezus in de vuuroven is beter dan zonder Hem in de paleizen van de koningen.
Deze gebeurtenissen hebben ook een profetische betekenis: in Openbaring 13 vers 5-7 hebben we de koning van het opgestane Romeinse Rijk die grote dingen en godslasteringen zal spreken, net als Nebukadnezar hier. En dan in vers 7 vinden we in beeld wat Nebukadnezar hier in Daniël 3 doet met de drie vrienden. Nebukadnezar is een schokkend voorbeeld van deze laatste koning van het Romeinse Rijk die ook een beeld laat maken en aanbidden (vs. 15). Dit is precies het proces, dat hier voor ons ligt in de geschiedenis van Daniël 3.
De drie vrienden symboliseren daarom ook het Joodse overblijfsel van latere dagen, nu nog toekomstig, die ook in het vuur geleid zullen worden (Zach. 13:9). In Openbaring 12 vers 17 zijn ze te zien als het overblijfsel van hun [de vrouw = Israëls] nakomelingen die de geboden van God bewaren. En in Openbaring 15 vers 2 staan ze als de overwinnaars over het beest en over zijn beeld bij de glazen zee. We leren uit Openbaring – en daarom is het boek Daniël zo noodzakelijk bij het uitleggen van profetie – dat het overblijfsel van latere dagen ook zal worden gerekruteerd uit het Joodse volk, net als toen. Wanneer we later zullen zien, dat de drie vrienden uit het vuur worden gered en er ongedeerd uitkomen, dan is dit opnieuw een verwijzing naar de latere dagen. Een groot deel zal als martelaren omkomen in deze verdrukking (Openb. 13:7), maar zij die het beest noch zijn beeld aanbaden, staan ver boven de anderen die in leven zullen blijven en levend het koninkrijk op aarde zullen binnengaan, want deze martelaren zullen met de Heer en met ons vanuit de hemel regeren (Openb. 20:4).
Het is zeer indrukwekkend hoe het boek Daniël en Openbaring elkaar aanvullen, je zou bijna kunnen zeggen dat ze een profetisch geheel vormen. Openbaring kan niet begrepen worden zonder Daniël, en Daniël is maar half zo betekenisvol zonder Openbaring. In Openbaring zien we hoe God alles tot een einde brengt voor de verheerlijking van Zijn Zoon, het is een voortzetting en voltooiing van wat Daniël hier schrijft.
Als Nebukadnezar de oven hier nog zeven keer extra laat verhitten, dan zal de toekomstige grote verdrukking zo verschrikkelijk zijn als ze sinds het begin van de wereld tot nu toe niet is geweest en ook niet meer zal zijn (Matth. 24:21; Jer. 30:7). Hoewel we niet zo ver kunnen gaan om te zeggen, dat we hier een profetische beschrijving hebben van de grote verdrukking die van de antichrist en het hoofd van het Romeinse Rijk uitgaat. We vinden dit aangegeven in karakter, maar we kunnen het niet 1 op 1 naar hier overbrengen en zeggen, dat we precies deze gebeurtenissen hier gepresenteerd vinden.
Wat een verschrikkelijke tijd zal deze vuuroven van de grote verdrukking zijn voor dit Joodse overblijfsel! Hoe dankbaar mogen we zijn, dat we vóór deze verschrikkelijke oordelen worden opgenomen, dat de gelovigen van de genadetijd deze beproevingen niet hoeven mee te maken! We moeten echter duidelijk onderscheiden, dat dit vuur van latere dagen door God Zelf zal worden aangestoken als een oordeel over Zijn volk omdat zij Zijn Messias verwierpen en Hem aan het kruis brachten. Dit zal het vuur van de loutering van het overblijfsel zijn. Hier is het het vuur, dat wel gedaan is onder de verdraagzaamheid van God, maar dat spreekt van de vervolging van Zijn volk van de zijde van de mensen, die daarvoor zelf weer gestraft zullen worden. Want het element dat in de hand van Nebukadnezar de drie mannen moest vernietigen, richtte zich onmiddellijk tegen degenen die Nebukadnezar gebruikte om het oordeel uit te voeren; het oordeel keert als het ware terug en vernietigt degenen die ze in de oven moesten werpen. Dus hier is het niet het directe oordeel van God over Zijn overblijfsel voor het verwerpen van de Messias, maar de vervolging van het overblijfsel door mensen.
Achim Zöfelt; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 02.06.2014.
Geplaatst in: Christendom, Toekomst
© Frisse Wateren, FW