1 week geleden

De overste van deze wereld

1. Zijn Naam

Het is onmogelijk om de geschiedenis van de volkeren te beschrijven zonder ook iets te zeggen over hun heerser, die de Heer Zelf “de vorst van deze wereld” noemt (Joh. 14:30). In de loop van onze studie van de profetie zullen we herhaaldelijk te maken krijgen met de manifestaties van zijn kwade macht onder de mensen, evenals met de oordelen die God over hem en zijn engelen zal uitspreken vóór en na het Duizendjarig Rijk. Om de uiteindelijke gebeurtenissen goed te kunnen begrijpen, is het daarom belangrijk om te weten wat het Woord leert over de satan, wiens naam “aanklager, tegenstander” betekent [1]. Overigens geeft de Schrift hem verschillende namen of titels die zijn verschillende karaktereigenschappen benadrukken:

  • De verzoeker (Matth. 4:3);
  • de grote draak,
  • de oude slang (Openb. 12:9);
  • de mensenmoordenaar van het begin af,
  • de Leugenaar en de vader van de leugen (Joh. 8:44).

2. Zijn oorsprong

Twee passages in het Oude Testament bevatten verwijzingen naar de oorsprong van deze verschrikkelijke vijand van de mens.

Ezechiël 28

Ezechiël 28 vers 12-17:
12. Mensenkind, hef een klaaglied aan over de koning van Tyrus, en zeg tegen hem: Zo zegt de Heere HEERE: U, toonbeeld van volkomenheid, vol wijsheid en volmaakt van schoonheid,
13. u was in Eden, de hof van God. Allerlei edelgesteente was uw sieraad:
robijn, topaas en diamant, turkoois, onyx en jaspis, saffier, smaragd, beril en goud. Het werk van uw tamboerijnen en uw fluiten was bij u. Op de dag dat u geschapen werd, waren ze gereed.
14. U was een cherub die zijn vleugels beschermend uitspreidt. Daarvoor heb Ik u aangesteld. U was op Gods heilige berg,  u wandelde te midden van vurige stenen.
15. Volmaakt was u in uw wegen, vanaf de dag dat u geschapen werd, totdat er ongerechtigheid in u gevonden werd.
16. Door de overvloed van uw handel vulde men uw midden met geweld, en ging u zondigen. Daarom verbande Ik u van de berg van God, en deed Ik u verdwijnen, beschermende cherub, uit het midden van de vurige stenen.
17. Vanwege uw schoonheid werd uw hart hoogmoedig, u richtte uw wijsheid te gronde vanwege uw luister. Ik wierp u ter aarde, Ik stelde u voor koningen, opdat zij op u neer zouden zien.

Jesaja 14

Verder bevat Jesaja 14 vers 12-15 ook een opmerkelijke beschrijving:

14. Hoe bent u uit de hemel gevallen, morgenster, zoon van de dageraad! U ligt geveld op de aarde, overwinnaar over de heidenvolken!
13. En ú zei in uw hart: Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren zal ik mijn troon verheffen, ik zal zetelen op de berg van de ontmoeting aan de noordzijde.
14. Ik zal opstijgen boven de wolkenhoogten, ik zal mij gelijkstellen met de Allerhoogste.
15. Echter, u bent in het rijk van de dood neergestort, in het diepst van de kuil!

Zeker, deze twee profetieën hadden betrekking op de koningen van Tyrus en Babel, maar het is duidelijk, dat ze vooral verwezen naar degene, die uit hen zijn werktuigen had gemaakt. We leren hieruit dat satan door God is geschapen en was uitgerust met buitengewone volkomenheid, schoonheid en wijsheid. Hij was geïnstalleerd op Gods heilige berg als een beschermende cherub en bezat een autoriteit en een heerlijkheid, die laten vermoeden, dat hij een positie bekleedde die vergelijkbaar was met die van de aartsengel Michaël. Hij was volmaakt in al zijn wegen tot de dag, dat er ongerechtigheid in hem gevonden werd en hij zijn wijsheid verwoestte vanwege zijn pracht en praal. Hoogmoed vervulde zijn hart en verleidde hem om zichzelf gelijk te maken aan God: “Ik zal opstijgen naar de hemel; tot boven Gods sterren … ik zal mij gelijk stellen met de Allerhoogste.”

Daarna werd hij “neergestort in rijk van de dood, in het diepst van de kuil” – beelden van de val die volgde op zijn schaamteloze opstand tegen God. Satan was erin geslaagd om de engelen die onder zijn controle stonden voor zijn plannen te winnen. Hij sleurde ze mee in de afval: ze werden demonen, die overheden, machten, wereldbeheersers van deze duisternis, die geestelijke machten van de boosheid in de hemelse gewesten, waarover Efeze 6 vers 12 spreekt, waartegen de Christen een onophoudelijke strijd moet voeren. Maar de Christen kan zeker zijn van de overwinning als hij “bekleed is met de hele wapenrusting van God.” Deze passage laat ons zien dat satan en zijn engelen, hoewel ze hun duistere werk onder de mensen op aarde doen, zich toch in de hemelse gewesten bevinden. In het Oude Testament zien we ze twee keer voor God staan om Job te beschuldigen (Job 1:6-12; 2:1-7) en een derde keer om Jozua de hogepriester te weerstaan (Zach. 3:1-3).

3. Zijn doelen

Het belangrijkste doel van satan is om mensen te misleiden, hen van God af te scheiden en hen aan zijn eigen macht te onderwerpen om hen in eeuwige ellende te storten. Hij richt zich op de kinderen van God op een speciale manier om hen te beroven van de vreugde van hun positie in Christus, om hen te storen met duizend verschillende dingen die ontworpen zijn om hun harten zo mogelijk te vervreemden van hun geliefde Heer en Heiland. Hij heeft hen door de eeuwen heen ook vele malen vervolgd en velen gedood in de hoop het getuigenis van de gemeente te vernietigen. Om deze sinistere plannen uit te voeren, gebruikt hij mensen die het licht hebben verworpen en de duisternis hebben verkozen (Joh. 1:5,9,10). Hij neemt bezit van hen en leidt hen als marionetten. Het Woord vertelt over talloze gevallen van demonische bezetenheid. Is die van Judas niet de meest verschrikkelijke? In Lukas 22 vers 3 lezen we dat satan in hem binnendrong toen hij voorbereidingen trof om zijn Meester aan de leiders van het volk uit te leveren. Dit is vandaag de dag nog steeds het geval; je hoeft maar om je heen te kijken om de verschrikkelijke gevolgen van deze duivelse macht te zien: Overal vindt men oorlog, misdaad, geweld, haat, slavernij van de mens, angst, chantage, enzovoorts. Maar wat is dit alles vergeleken met de toekomstige ontplooiing van de macht van satan, die zijn hoogtepunt zal bereiken in de antichrist! Hij zal zijn vertegenwoordiger op aarde zijn, het menselijke instrument dat satan zal gebruiken om volledige controle over de mensen te krijgen; het is “de mens van de zonde” die zich in het openbaar zal laten aanbidden.

Zodra de gemeente bij de Heer is, zal de mensheid zich overgeven aan de macht van de wetteloze in een soort collectieve waan, “wiens komst naar [de] werking van satan is met allerlei kracht en tekenen en wonderen van [de] leugen, en met allerlei bedrog van [de] ongerechtigheid voor hen die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet hebben aangenomen om behouden te worden. En daarom zendt God hun een werking van [de] dwaling om de leugen te geloven, opdat allen geoordeeld worden die de waarheid niet hebben geloofd, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid” (2 Thess. 2:9-12).

De boosaardigheid van de vijand zal zich dan in zijn volle omvang en in zijn onbeschrijflijke gruwelijkheid ontvouwen. Hij zal het masker van zijn afschuwelijke systeem laten vallen en onthullen wat hij tot dan toe zo kundig heeft weten te verbergen:

  • Zijn valse Christus (Openb. 13:11-18);
  • zijn valse leer (1 Tim. 4:1; Openb. 2:24);
  • zijn aanbidders (2 Thess. 2:4; Openb. 13:8);
  • zijn engelen (Openb. 12:7; Jes. 24:21);
  • zijn dienaren (2 Kor. 11:15);
  • zijn koninkrijk (Luk. 4:6);
  • zijn macht (2 Thess. 2:9; Openb. 13:2 en 13-15).

4. Zijn einde

Maar de Heer Zelf zal ingrijpen en het hele duivelse systeem vernietigen. “En ik zag het beest (namelijk het hoofd van het herrezen Romeinse Rijk) en de koningen van de aarde en hun legers verzameld om oorlog te voeren tegen Hem die op het paard zat en tegen zijn leger (dat is Christus en Zijn verlosten). En het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet (dat is de antichrist) die de tekenen in diens tegenwoordigheid had gedaan, waardoor hij hen misleidde die het merkteken van het beest ontvingen en die zijn beeld aanbaden. Levend werden deze twee geworpen in de poel van vuur die van zwavel brandt. En de overigen werden gedood met het zwaard dat kwam uit de mond van Hem die op het paard zat, en alle vogels werden verzadigd van hun vlees.” (Openb. 19:19-21).

“En ik zag een engel neerdalen uit de hemel, die de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand had. En hij greep de draak, de oude slang, dat is [de] duivel en de satan, en bond hem duizend jaren; en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de naties niet meer zou misleiden voordat de duizend jaar voleindigd waren; daarna moet hij een korte tijd worden losgelaten” (Openb. 20:1-3).

Satan zal dus tijdens de heerschappij van Christus in de afgrond gebonden zijn, zodat hij de mensen niet kan misleiden. Dan lezen we in Openbaring 20 vers 7-10: “En wanneer de duizend jaren voleindigd zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten, en hij zal uitgaan om de naties te misleiden … Gog en Magog, om hen tot de oorlog te verzamelen … en er daalde vuur neer <van God> uit de hemel en verteerde hen. En de duivel die hen misleidde, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel waar zowel het beest als de valse profeet zijn, en zij zullen dag en nacht gepijnigd worden tot in alle eeuwigheid.”

Dit is het einde van satan en allen die hem gehoorzaamd hebben (Openb. 20:15).

5. Satan is overwonnen

Voor ons, kinderen van God, is hij al een verslagen vijand, hoe groot zijn macht ook is, “omdat Hij Die in u is, groter is dan hij die in de wereld is” (1 Joh. 4:4). “Maar God zij dank, die ons de overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus!” (1 Kor. 15:57). “… omdat u de boze overwonnen hebt” (1 Joh. 2:13). “Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem die ons heeft liefgehad” (Rom. 8:37). Toch worden we vermaand om op onze hoede te zijn voor de macht en de listen van de duivel en om sterk te zijn: “… sterkt u in de Heer en in de kracht van zijn sterkte”, en “Doet de hele wapenrusting van God aan, om te kunnen standhouden tegen de listen van de duivel” (Ef. 6:10,11). Spoedig zullen we niets meer van zijn macht te vrezen hebben en zal onze overwinning op hem definitief zijn. “De God nu van de vrede zal satan spoedig onder uw voeten verpletteren. De genade van onze Heer Jezus <Christus> zij met u!” (Rom. 16:20).

 

NOOT:
1. De naam “duivel” is afgeleid van het Griekse woord “diabolos” en heeft een soortgelijke betekenis: verwarringstichter, lasteraar.

 

Mark Tapernoux; www.haltefest.ch

Jaargang 1968, bladzijde 289.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW