De kofferdragers van Paulus (III)
December 2006. Hebben wij al “opruiming” gehouden, zodat de Heer ons ook kan gebruiken in Zijn dienst? Willen we überhaupt Hem wel dienen of vinden we het zo wel lekker makkelijk? Een beetje Christendom, regelmatig naar de bijeenkomsten van de gemeente gaan, maar verder niet teveel tijd aan besteden … is het zo? Dan is directe “opruiming” geboden met belijdenis van zonden en zwakheid. Bij Hem is veel kracht, beste vrienden, ook in 2007. Hij is nog niet gekomen en tot zolang ‘mogen’ wij Hem dienen. Omdat er vandaag geen apostelen meer zijn die gezag hebben om “dienaren” aan te stellen, spreekt de Heer veelal direct tot hem of haar voor een dienst. Soms laat de Heer ook iemand “ontdekken”, zoals bij Trófimus. Zijn wij al ontdekt?
Trófimus van Efeze – ziekte als loon voor trouwe dienst?
Tot de vele mensen die in Efeze tot geloof gekomen waren, behoorde ook Trophimus. Of hij tot diegenen behoorde die door het radicale verbranden van toverboeken er mede voor zorgden, dat het Woord van de Heer daar krachtig toenam (Handelingen 19:19)? De Schrift zwijgt daarover, maar in ieder geval was zijn leven gereinigd tot de dienst voor Christus. Hebben wij in ons leven opgeruimd, zodat de Heer ons gebruiken kan? Zo niet, laten we dan deze dingen voor de Heer belijden en voor Hem vrije baan scheppen!
In Macedonië wordt Trófimus als begeleider van Paulus genoemd (Handelingen 20:4). Paulus heeft als apostel duidelijk de (innerlijke) autoriteit, anderen in zijn dienst te stellen (zo hadden hij en Barnabas bijvoorbeeld “Johannes tot dienaar”, Handelingen 13:5). Toch beschouwden deze broeders hun dienst volstrekt als door de Heer gegeven en voor Hem bestemd. Vandaag roept de Heer Zijn dienaars altijd rechtstreeks, zonder de een of andere menselijke of zelfs kerkelijke autoriteit. Maar het kan zeker gebeuren, dat de een of andere broeder door anderen “ontdekt” wordt. Dan mag hij naar wens een bepaalde dienst voor de Heer beproeven en bij geschiktheid uitvoeren. Zijn wij bereid, ons ook eens misschien voor onooglijke diensten beschikbaar te houden?
De toewijding van Trófimus laat hem ook naar het met fanatieke joden vervulde Jeruzalem gaan. Daar maakt hij de gevangenschap van Paulus mee. Daarna vermeldt de Schrift vele jaren niets over hem. Heeft hij misschien in Jeruzalem of in Efeze gewerkt? In ieder geval kan Paulus hem geheel aan het einde van zijn eigen dienst, tussen de eerste en de tweede gevangenschap, gebruiken – en moet hem toch ziek in Miléte achterlaten (2 Timotheüs 4:20)! Daarmee eindigt de korte bijbelse biografie over deze waardevolle medearbeider in het rijk van God.
Trófimus wist, dat het zich zeker zal lonen, aan de kant van de Overwinnaar van Golgotha te staan, ook wanneer het lijden en ziekte met zich mee bracht. Laten wij ons door zijn voorbeeld laten aansporen, om met volle toewijding de Heer te dienen: “Daarom, mijn geliefde broeders, weest standvastig, onbeweeglijk, altijd overvloedig in het werk van de Heer, daar u weet, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Heer” (1 Korinthe 15:58).
Slot.
Martin Schäfer, © Folge mir nach
Geplaatst in: Christendom, Evangelie
© Frisse Wateren, FW