De Heer Jezus in het Mattheüs-evangelie (1)
Les 1
“Jezus Christus, Zoon van David, Zoon van Abraham” (Mattheüs 1:1)
Beste cursist,
In deze cursus die de hoofdstukken 1-16 behandelt, hopen we de Persoon en het werk van de Heere Jezus na te gaan, zoals Hij ons wordt beschreven in het evangelie naar Mattheüs – het evangelie van de Christus die komen zou.
Elke les heeft niet evenveel vragen. Elk van de zeven cursuslessen behandelt een samenhangend deel van dit evangelie. In de lessen worden vaak leesopdrachten gegeven. Vervolgens wordt een vraag gesteld over het gedeelte dat u las. Daarnaast wordt er soms een hoofdzaak genoemd over dat gedeelte.
Voorstel: Ik stel u voor om elke dag één vraag te beantwoorden; vervolgens leert u dan per dag – voor zover van toepassing – één hoofdzaak uit het Mattheüs-evangelie. Aan het einde van deze zeven cursussen heeft u een deel van het evangelie van Mattheüs nauwkeurig doorgelezen. U heeft dan meer dan 98 vragen beantwoord (er zijn vragen die bestaan uit meerdere vragen), en u heeft dan ongeveer 44 hoofdzaken uit dit evangelie geleerd!
Ik verzoek u niet eerder de les op te sturen, vóórdat deze in zijn geheel klaar is. Dus per les opsturen.
Sommigen van ons zijn van jongs af aan bekend met de heerlijke boodschap van het evangelie. Wij mogen weten dat de Zoon van God op aarde wilde komen, om als mens God te eren in Zijn leven en sterven, en om onze plaats in te nemen in het oordeel. Velen van ons mochten al vroeg leren Hem in het geloof aan te nemen als Heiland en Heere. Het kan echter gebeuren in ons mensenhart, dat wij als het ware gewend raken aan Gods genade. Wij hebben er maar al te vaak volstrekt onvoldoende besef van, hoe buitengewoon groot Gods genade was, namelijk dat de Zoon van God in Zijn eigen schepping wilde treden. Hij wilde mens worden; Hij werd als klein kindje geboren. Hoe kwam Hij mensen tegemoet! Wie zou er nu angstig zijn om het Kindje in de kribbe op te zoeken?
Lees: Mattheüs 1:1-17.
Vraag 1:
Welke vrouwen komen voor in het geslachtsregister van de Heere Jezus?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Hoofdzaak: Als de Heere Jezus in de hemel had gewacht, tot er mensen waardig waren om hem te ontvangen, dan zou de hemel gesloten zijn gebleven.
Ja, elk van die vrouwen heeft een eigen verhaal. Laten we bedenken dat, als de Heere Jezus in de hemel had uitgezien naar mensen, die waardig waren om naar de mens gesproken ‘Zijn familie’ te zijn, de hemel gesloten was gebleven.
Lees: Mattheus 1:18 tot 1:25
Vraag 2:
Wat is de betekenis van de twee namen die Hij ontvangt?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Hoofdzaak: “ … want er is ook onder de hemel geen andere naam die onder de mensen gegeven is, waardoor wij behouden moeten worden” (Handelingen 4:12).
Denken we er nog aan? De Heere God had tot Mozes gezegd: “Mij zal geen mens zien en leven” (Exodus 33:20). Bildad, een vriend van Job zei: “… de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen” (Job 25:5). De profeet Habakuk moest schrijven: “Gij zijt te rein van ogen, dan dat Gij het kwade zoudt zien” (Habakuk l:13).
Hoe zou dan ooit een mens kunnen bestaan voor God? En dan lezen we hier, in Mattheus 1:23: “God met ons”! En Wie zien we dan? Een kindje, in doeken gewikkeld. Wat een wonder van genade!
Lees: Mattheüs 2:1-11; Genesis 12:3; Psalm 138:4.
Hulp voor de volgende vraag: Handelingen 11:18 en Jesaja 49:6.
Vraag 3:
Was de Christus (de Messias) niet aan Israël beloofd? Wat hebben de wijzen, die immers heidenen waren, dan met Hem van doen?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Hoofdzaak : Het heil is uit de Joden, maar nu heeft God ook aan de heidenen de bekering ten leven gegeven! (Handelingen 11:18).
Lees: Mattheüs 2:12-23
Vraag 4:
Tot wie en hoe vaak spreekt God in een droom om Zijn Zoon te bewaren?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Hoofdzaak: “De Heere zal uw uitgang en uw ingang bewaren …” (Psalm 121).
Al direct is daar de vijandschap van Satan en van de mens (Herodes), en al direct wordt het bewaarheid wat de Heere Jezus later sprak: “Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen maar het zwaard” (Mattheüs 10:34) en: “Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft” (Johannes 15:18). Daar waar het licht van God schijnt, in de Persoon van Zijn Zoon, worden de harten van de mensen openbaar.
Ofwel er volgt berouw en bekering, ofwel er volgt afwijzing en haat. Neutraliteit kan niet bestaan: “God dan verkondigt … nu aan de mensen, dat zij zich allen overal moeten bekeren” (Handelingen 17:30). Een heilig moeten! Laten wij steeds opnieuw God danken voor Zijn werk vóór ons, aan ons en in ons. Laten wij niet ophouden, zelf ook een kaarsje te zijn, dat licht van God werpt op de mensen om ons heen. Laten we met volharding ook blijven bidden voor hen die wij kennen, die Hem nog niet toebehoren. “God onze Heiland, die wil dat alle mensen behouden en tot de kennis van de waarheid komen” (1 Timotheüs 2:3-4). “Zou voor de Heere iets te wonderlijk zijn?” (Genesis 18:14; Jeremia 32:17 en 27).
Lees: Mattheüs 3; Lukas 3:7,12,14.
Vraag 5:
Wie komen er om door Johannes de Doper gedoopt te worden? (verdere mensengroepen vindt u ook in Lukas 3)
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Hoofdzaak: De Heere Jezus voegt Zich bij hen die in berouw en bekering op Gods verlossing wachten.
Weet u wat (ook) zo mooi is aan de doop van de Heere Jezus? Er zijn mensen diep onder de indruk gekomen van de prediking van Johannes de Doper. Een prediking van boete en bekering. Zij hebben hun zonden erkend, en zijn door de doop op een bodem geplaatst van boete en verwachting. Verwachting van Gods heil; verwachting, of hoop, van vergeving, want dat kon Johannes hen niet geven. En dan komt de Heere Jezus. Hij zoekt hen op. Hij gaat diezelfde weg, om hen op die bodem te ontmoeten. Hij voegt Zich bij hen, en zo ontmoeten ze Hem die vergeving aan zal brengen. “Zie het Lam van God”. Johannes de Doper wijst op Hem “Die de zonde van de wereld wegneemt” (Joh 1:29 en 36).
Lees: Mattheüs 4.
Vraag 6:
Op welke plaatsen in hoofdstuk 4 treffen we de Heere Jezus achtereenvolgens aan, en tot in welke landstreken hoort men zelfs van Hem?
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
……………………………………………………………………………………………………………………….
Tenslotte zien we dat men door heel het land van Hem had gehoord, en dat men Hem opzoekt (vs. 25).
Hoofdzaak: Ook wij waren zonder Christus …. zonder God in de wereld … Maar nu, in Christus Jezus, nabij gebracht door het bloed van Christus (zie: Efeze 2:12-13).
We zien de kring steeds groter worden. We zijn hiermee gekomen aan het begin van Zijn openlijke dienst. Het is een hele grote les voor ons dat Hij dertig jaar kon wachten. Zou Hij, naar de mens gesproken ook niet op 21-jarige leeftijd onderwijs hebben kunnen geven? Reeds op 12 jarige leeftijd verbaasden de leraren in de tempel zich over Zijn inzicht en Zijn antwoorden (Lukas 3:47). Toch had Hij in volmaakte gehoorzaamheid gewacht tot Gods tijd gekomen was. Niet één woord, en niet één uur eerder wilde Hij spreken. “Mijn uur is nog niet gekomen”, “Want Ik ben van de hemel neergedaald, niet opdat ik Mijn wil zou doen, maar de wil van Hem die Mij gezonden heeft” (Johannes 2:4; 6:38). Wat kunnen de jongeren van deze tijd, maar ook wij allen, nog veel leren van Zijn nederigheid, van Zijn gehoorzaamheid en van Zijn geduld en volharding.
De geschiedenis van de verzoeking in de woestijn leert ons dat de duivel weerstaan kan worden, met Gods Woord in de hand.
Vraag 7:
Wie hield zich, bij een verzoeking door de Satan, maar in ideale omstandigheden, niet bij Gods Woord?
……………………………………………………………………………………………………………………….
Hier is er Eén, in véél moeilijker omstandigheden, die God eert. De duivel vlucht. “Weerstaat de duivel …” (in Gods kracht, met Gods Woord) “… en hij zal van u vluchten” (Jakobus 4:7).Verder zien we de waarheid: “Maar als iemand komt die sterker is dan hij en hem overwint, neemt die zijn hele wapenrusting, waarop hij vertrouwde, en verdeelt zijn buit” (Lukas 11:22). Bij het begin van de openlijke dienst van de Heere Jezus wordt eerst de duivel verslagen, zij het nog tijdelijk. Dit maakt de weg vrij voor de verkondiging van Gods boodschap. Hier zullen we in de volgende les nader op in gaan.
Met een hartelijke groet en zo de Heer wil tot de volgende les.
* * * * *
Wilt u, wil jij ook meedoen? Vul de bon onderaan les 1 in en mail dan de antwoorden van de lessen (maximaal 1 les per 14 dagen) naar het volgende email-adres: frissewateren@ctmax.nl
Wilt u wel duidelijk en volledig aangeven waar u de antwoorden vandaan hebt!
Hebt u, heb jij vragen: Stel ze gerust. Ik wil graag uw vragen proberen te beantwoorden vanuit de Bijbel, het Woord van God.
* * * * *
AANMELDINGSBON
Naam cursist: ……………………………………………………………………………
Adres: ……………………………………………………………………………………..
Woonplaats: ……………………………………………………………………………..
Leeftijd: …………………………………………………………………………………..
Emailadres: ………………………………………………………………………………
man/vrouw*
Geplaatst in: Bijbelcursussen
© Frisse Wateren, FW