Vraag 16: “Heb je Mij lief?“
Bijbelverzen: Johannes 21 vers 15-17; 1 Johannes 3 vers 18
“Heb je Mij lief? […] Heb je Mij lief? […] Houd je van Mij?” (Joh. 21:15–17).
Nu wordt het hart onderzocht. Het hart wordt op de proef gesteld.
Het gesprek tussen de Heer en Petrus maakt deel uit van zijn herstelproces nadat hij zijn Meester had verloochend tijdens de verhoringen kort voor de kruisiging. Drie keer vraagt de Heer Petrus naar zijn liefde voor Hem. Door zijn verloochening zal Petrus zich duidelijk hebben gerealiseerd hoe hij zichzelf eerder had overschat, toen hij had gesproken over zijn bereidheid om zelfs de gevangenis en de dood in te gaan voor de Heer (Luk. 22:33). Deze belijdenis werd op de proef gesteld – en Petrus had gefaald.
Nu vraagt de Heer Petrus drie keer naar zijn liefde. Maar de drie vragen verschillen: de eerste twee keer gebruikt de Heer de Griekse term agapao, wat onvoorwaardelijke, Goddelijke liefde betekent. Petrus daarentegen antwoordt met een andere term: phileo, vriendschappelijke liefde. Het is de discipel duidelijk, dat zijn genegenheid voor de Heer waarschijnlijk niet onvoorwaardelijk was; hij was immers gezwicht uit angst voor een vragende dienares. Nee, ondertussen zou hij zijn liefde niet meer groot genoeg achten voor de dood. Zo is hij kritisch ten opzichte van zichzelf.
De derde keer gaat de Heer over op de term phileo. Hij is op zoek naar de geringste genegenheid die Petrus voor Hem heeft. De discipel wordt verdrietig, omdat de derde vraag van de Heer – dit keer met de zwakkere term voor “liefde” – hem verootmoedigt. In plaats van op te scheppen over zijn liefde en allerlei beloften te doen zoals voorheen, werpt Petrus zich op de “kenner van aller hart” (Hand. 1:24) en zegt: “Heer, U weet alles; U weet dat ik van U houd” (Joh. 21:17). Met andere woorden: “Heer, ook al ziet mijn gedrag er niet uit alsof ik u liefheb, diep van binnen heb ik genegenheid voor u. U weet het!”
We kunnen verschillende lessen leren uit de vraag van de Heer:
- De Heer heeft interesse in het feit, dat we Hem steeds meer liefhebben. Onze genegenheid voor Hem is belangrijk voor Zijn hart.
- De Heer geeft ons dan ook niet op, al hebben we onszelf door ons gedrag gediskwalificeerd – zoals wij dat misschien beoordelen. Hij geeft Petrus enorme taken met een grote verantwoordelijkheid.
Hebben wij de Heer lief? “Niet met [het] woord of met de tong, maar met [de] daad en in waarheid” (1 Joh. 3:18)?
© www.bibelstudium.de; Alexander Schneider;
Online in het Duits sinds 30.06.2024
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW