8 jaar geleden

De grote geloofsdaad van Abraham (01)

Schriftplaats: Genesis 22 vers 1

Inleiding

Abraham was een man van geloof. In Romeinen 4 vers 11 wordt hij aangeduid als de vader van allen, die (in onbesneden staat) geloven, en onder de geloofsgetuigen in Hebreeën 11 neemt hij een prominente plaats in. Abraham is in zekere zin het toonbeeld voor allen, die geloven. Bijna niemand heeft ooit zo’n grote en unieke beproeving van het geloof ondergaan als hij. In Genesis 22 bereikt zijn geloof een hoogtepunt. Juist om deze reden bevat dit hoofdstuk zo veel nuttige lessen voor ons geloofsleven.

Naast deze praktische lessen vinden we in dit hoofdstuk een mooi beeld: de relatie tussen Abraham en Izak toont ons iets van de diepe en intieme gemeenschap tussen God de Vader en Zijn zoon – een gemeenschap die van alle eeuwigheid af bestond en haar ononderbroken voortzetting vond, toen de Zoon op aarde kwam. In deze gemeenschap ging de Heer Jezus Zijn weg naar het kruis. In Abraham zien we eigenschappen van God de Vader, die Zijn Zoon niet heeft gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft (Rom. 8:32). In Izak zien we trekken van de onderwerping en de gehoorzaamheid van de Heer Jezus, Die Zich als een schaap laat leiden naar het kruis, om daar te sterven als onze Plaatsvervanger. Daarnaast wordt ons in dit hoofdstuk het karakter van het brandoffer van het offer van Christus onder de aandacht gebracht.

Profetisch overzicht van Genesis 21–25

In de hoofdstukken 21 tot 25 geeft de Heilige Geest ons een profetisch overzicht van de wegen van God in het Nieuwe Testament. Hoofdstuk 21 beschrijft de geboorte van Izak, die profetisch op de menswording van de Heer Jezus wijst. In hoofdstuk 22 hebben we in het offer van Izak een beeld van de dood en opstanding van Christus. Het hoofdstuk eindigt met de geboorte van Rebekka – een verwijzing naar de geboorte van de gemeente met Pinksteren (Hand. 2). Daarna worden de Joden dan door God terzijde gesteld (Hand. 7), wat in de dood en de begrafenis van Sara in hoofdstuk 23 wordt voorgesteld. In hoofdstuk 24 ten slotte zien we, hoe Rebekka de bruid van Izak wordt. Daarbij speelt de knecht van Abraham een centrale rol. Hij doet ons denken aan de dienst van de Heilige Geest, Wiens voornaamste taak het is om de harten van de gelovigen voor Christus te laten gloeien, terwijl Hij de gemeente leidt naar haar hemelse Bruidegom. Het profetische overzicht eindigt in hoofdstuk 25 met een verwijzing naar het duizendjarig rijk, waarin Christus de erfgenaam van alle dingen zijn zal. In Hem en door Hem zullen alle volken gezegend worden, die de zonen van Ketura levendig illustreren.

Na deze dingen …

“En het gebeurde na deze dingen dat God Abraham op de proef stelde” (Gen. 22:1).

Het leven van Abraham laat zich gemakkelijk in drie delen onderverdelen: hoofdstuk 12-14, hoofdstuk 15-21 en hoofdstuk 22-25. Het tweede en derde deel wordt telkens met de woorden “na deze dingen” ingeleid.

In Genesis 22 begint het derde en laatste deel in het leven van Abraham. Tot dat moment heeft Abraham al een zeer bewogen en veelbewogen leven achter de rug. Hij verlaat zijn geboortestad Ur der Chaldeeën en verhuist naar Kanaän, daarna naar Egypte en weer terug. Zijn neef Lot heeft hij van het geweld van buitenlandse koningen moeten bevrijden, is daarop getuige van het oordeel van God over Sodom en Gomorra en zal zich vervolgens voor lange tijd in Gerar bij Abimelech ophouden. Dit zijn slechts een paar haltes op zijn niet bepaald rustige leven. Zou het voor Abraham niet de tijd geweest zijn, om tot rust te komen? Maar God had andere bedoelingen. Voor Hem was de tijd gekomen om het geloof van Abraham tot het uiterste te beproeven.

Wordt DV vervolgd.

Daniel Melui, © Bibelstudium.de

Geplaatst in: ,
© Frisse Wateren, FW