18 jaar geleden

De Da Vinci Code (III)

Veel schilderijen van Leonardo da Vinci zijn wereldberoemd geworden. Een van de bekendste schilderijen is het laatste avondmaal met Zijn discipelen. Hier zou Dan Brown nu een geheime boodschap ontdekt hebben. Brown ziet Leonardo als medelid van de broederschap “Prieuré de Sion”. Omdat deze broederschap het machtigste geheim niet openbaar kon maken, werden hier en daar in de kunst en muziek bepaalde boodschappen verborgen …

De heilige graal*

Bij de heilige graal beperk ik mij tot het feit, dat hieronder in de regel wordt verstaan de kelk van het laatste Avondmaal van de Heer met Zijn discipelen, en dat er speculaties zijn, dat Jozef van Arimatea het bloed van Jezus daarin opgevangen zou hebben. In de kunst werd deze speculatie rond 1120 na Christus voor de eerste maal op een schilderij voorgesteld, zonder dit opvangen van het bloed van Jezus in de heilige graal te noemen [zie opgave nr. 16 april 2006 van Focus-Magazin]. Achter deze voorstelling steekt waarschijnlijk het katholieke idee, waar bij de eucharistie zich de wijn veranderen zou in het bloed van Christus.

De legende over de de heilige graal kwam echter voor het eerst in het jaar 1190 op, waarschijnlijk door de oudfranse dichter Chrétien de Troyes. Der Focus intervieuwde de graalexpert Richard Barber, die op de vraag antwoordde, of deze dichter deze geschiedenis bedacht had, het volgende:

“Ja, klaarblijkelijk. Het gaat rechtstreeks om een proces van denkbeeldig schrijven. In het jaar 1180 kende niemand nog de kwestie, die men graal noemde, behalve Chrétien. Hij heeft een opvoedingsgeschiedenis in het hoofd, zijn jonge ridder Perceval kwam in de burcht van de zieke visserskoning en werd daar getuige van een processie. Een knaap draagt een bloedende speer, een meisje de gouden graal, die helder straalt en met edelstenen bezet is. Het is een reservoir voor een hostie”14.

Na de stelling van Dan Brown komen zogenaamd ongeveer 1180 jaren na Christus enkele mensen op het idee, iets in de wereld te zetten, waarna de heilige graal een persoon is en dat Maria Magdalena het bloed van Christus schijnbaar opgevangen heeft [in het beeld van de kelk], om een stamhouder voort te brengen en het geslacht van de Heer in het leven te behouden. Ongetwijfeld werd deze boodschap achter de eigenlijke legende, waarnaar de kelk de heilige graal zou zijn, verborgen. Tenslotte zou men dit immers niet openlijk durven zeggen, omdat het de doodsteek voor de kerk geweest zou zijn. Michael Kotsch heeft zich in de brochure “Sakrileg – geheime evangeliën?” vanaf bladzijde 77 uitvoerig met de graallegende beziggehouden.

Zelfs de seculiere Focus-Magazin schrijft:

“Serieuze geschiedsschrijvers schilderen de monografiën van Baigent [waarop Brown zich beroept] af als pseudo-geschiedenis, zeer conservatieve academici voegen er nog het woord “paranoïde” aan toe”15.

Geheimcode in beelden van Leonardo da Vinci

Het laatste avondmaal

Veel schilderijen van Leonardo da Vinci zijn wereldberoemd geworden. Een van de bekendste schilderijen is het laatste avondmaal met Zijn discipelen. Hier zou Dan Brown nu een geheime boodschap ontdekt hebben. Zoals boven al genoemd is, ziet Brown Leonardo als medelid van de broederschap “Prieuré de Sion”. Omdat deze broederschap het machtigste geheim niet openbaar kon maken, werden hier en daar in de kunst en muziek bepaalde boodschappen verborgen. Deze stelling grondt Brown alleen maar op de oppervlakkige documenten “Geheime Dossiers” van 1956, die volgens historische en wetenschappelijke gezichtspunten geen enkele relevantie bezitten. Leonardi zou volgens Brown Maria naast de Heer geschilderd hebben. Petrus zou zogenaamd Maria met een mes bedreigd of in ieder geval aangewezen hebben, dat het hier om de aanspraak van deze beiden ging, op wie de gemeente/kerk gebouwd zou worden. Deze stellingen zijn inzoverre ongeloofwaardig, daar Brown überhaupt niet begrepen heeft, dat de kerk noch op Maria noch op Petrus gebouwd zou worden, maar dat de gemeente op het getuigenis van Petrus gebouwd worden zou, die zei: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God” (Mattheüs 16:16) – maar het is natuurlijk theoretisch mogelijk, dat Leonardo Da Vinci de bijbelverzen uit Mattheüs 16 net zo verkeerd verstaan heeft als Dan Brown en de katholieke kerk, die immers zoals bekend op deze plaats het pausdom meent te kunnen funderen.

Toegegeven, de persoon rechts van de Heer ziet er vrouwelijk uit. Dat was echter de stijl van vele kunstenaars uit die tijd. Verder zouden er dan natuurlijk ook niet twaalf, maar dertien personen (twaalf discipelen + Maria) moeten zijn, die op het schilderij te zien zijn. Maar de verklaring van het beeld, wat overigens waarschijnlijk na nauwkeurige handicaps getekend moest worden (in ieder geval was dat gewoon in die tijd), is heel eenvoudig, wanneer men de Bijbelse berichten kent. In Johannes 13:21-24 staat:

“Toen Jezus dit had gezegd, werd Hij ontroerd in de geest, en Hij betuigde aldus: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u dat één van u Mij zal overleveren. De discipelen keken elkaar aan, in twijfel over wie Hij dat zei. Eén van zijn discipelen, hij die Jezus liefhad, lag aan in de schoot van Jezus. Simon Petrus dan gaf deze een wenk, dat hij moest vragen wie het toch was over wie Hij sprak”.

Petrus wendt zich beslist niet tot Maria maar tot de nog zeer jonge discipel Johannes, die in het Johannes-evangelie vijf maal “de discipel die door Jezus geliefd werd” genoemd werd, om er acheter te komen over wie de Heer sprak. Bekijkt men nu het schilderij nauwkeurig, dan kijken die anderen net zo, alsof zij wilden zeggen: “ik ben het toch niet, Heer” of “over wie spreekt u”. De een is verrast, de ander verontrust, enzovoorts.

Maar waarom heeft Petrus een mes in de hand? Wel, ik zou daarover ook niet te veel willen speculeren, maar Petrus was altijd de kranigste van alle discipelen en hij stond wel altijd klaar, zijn Heer te verdedigen. Petrus was het immers die zei: “Al zouden allen aan U geërgerd worden, ik zal nooit geërgerd worden” (Mattheüs 26:33). En inderdaad hieuw Petrus enkele uren later Malchus het rechteroor af (Johannes 18:10). Een samenzweringstheorie à la Dan Brown is absoluut pure fantasie. Overigens: hartelijke groeten aan die mevrouw “kunsthistoricus” en echtgenoot Blythe Brown!;-)

Mona Lisa

Ook bij het schilderij van Mona Lisa vinden we de nalatigheid bij het zogenaamde zo “nauwkeurig onderzoek”. Wat men bij Dan Brown nog zou kunnen nakijken, kan men echter bij een kunsthistoricus niet nakijken. Wanneer Leonardo da Vinci werkelijk een geheime boodschap à la Dan Brown wilde overbrengen en dit in het bijzonder in de naam van het schilderij, dan vraagt men zich natuurlijk af, hoe hij dat dan had moeten doen. Naar het heet moest het woord “Mona L’isa” immers staan voor “Amon Lisa” (Roman bladz. 167), waarbij dan Amon voor de mannelijke godenverering en L’isa (of Isis) voor de vrouwelijke godenverering staat. Deze theorie is inzoverre absurd, omdat het schilderij ten tijde van het leven van Leonardo helemaal nog geen titel droeg. Pas dertig jaar na de dood van de meester benut de Leonardo-biograaf Giorgio Vasari voor de eerste maal de naam “Mona Lisa” voor het schilderij. Hoe moest dan Leonardo een geheime boodschap coderen, daar hij toch de naam helemaal nog niet kende en verreweg de meeste serieuze experts andere theorieën over de achtergrond van dit schilderij prefereren?

Was Jezus met Maria Magdaléna getrouwd en had hij kinderen?
Maria Magdaléna wordt in de vier evangeliën in totaal twaal keer genoemd.
Ze wordt als een vrouw beschreven, die onder demonische bezetenheid geleden had en uit wie Jezus zeven demonen uitdreef (Markus 16:9; Lukas 8:2). Zij is één van de vrouwen, die Jezus bij Zijn werken begeleidden (Lukas 8:2). Zij was een getuige van de kruisiging (Mattheüs 27:56; Markus 15:40; Johannes 19:25). Zij was aanwezig bij de begrafenis van Jezus (Mattheüs 27:61; Markus 15:47). Zij was een getuige bij het lege graf (Mattheüs 28:1-10; Markus 16:1-8; Lukas 24:10). Na Zijn opstanidng verscheen Jezus haar alleen bij het graf (Markus 16:9; Johannes 20:1-18).
Dan Brown noemt in zijn boek het zogenaamde Filippus-evangelie, welke hoogstwaarschijnlijk uit de derde eeuw stamt. Het heeft dus geen betrekking op de historische werkelijkheid.

Nicky Gumbel schrijft daarover: “Dan Brown beweert weliswaar in zijn boek “Sakrileg”, dat deze gnostische ‘evangeliën’ zouden zijn dan de Schriften van het Nieuwe Testament, maar interessanterwijze citeert het Filippus-‘Evangelie’ zelfs uit het Nieuwe Testament (bijvoorbeeld uit 1 Korinthe 8:1; 1 Petrus 4:8; Mattheüs 15:13). Dat is met zekerheid een duidelijk bewijs daarvoor, dat het Filippus-‘Evangelie’ pas na het Nieuwe Testament werd samengesteld, niet daarvoor”.

Maar nemen we voor een ogenblik aan, Dan Brown heeft gelijk, en het Filippus-‘Evangelie’ is een ernstig te nemen evangelie. Wat staat daar nu?

“En de reisgezellin van de Verlosser was Maria Magdalena. Christus had haar meer lief dan Zijn discipelen en kuste haar vaak op de mond. De discipelen waren daarover vertoornd en gaven uitdrukking aan hun teleurstelling. Zij spraken tot Hem: Waarom hebt U haar meer lief dan ons?”

Daarbij moet nog vermeld worden, dat het woord “Mond” slechts onleesbaar overgeleverd werd en hier net zo goed “voorhoofd” of “wang” zou kunnen staan, zoals het in het Midden-Oosten ook vandaag nog gebruikelijk is (zie het boek van Erwin Lutzer “Der Da Vinci Code” bladz. 77). Daarop nu bouwt Dam Brown en voor hem Baigent en Leigh in “Verschlusssache Jesus” hun hele theorie. Focus schrijft terecht:

“De zin [zie boven] zou ook als een uiterst beknopte verkorte samenvatting van de graaltheorie van Michael Baigent, Dan Brown en Richard Leigh gelezen kunnen worden”16.

Kan men uit deze plaats werkelijk vaststellen, dat Jezus met Maria getrouwd was en zelfs een kind gehad heeft? Het mag dwaas klinken, maar het zijn die zogenaamde zo overtuigende bewijzen voor het huwelijk tussen Jezus en Maria Magdalena. Niet alleen, dat het absurd zou zijn, dat de discipelen zich beklagen over de liefde van de Heer tot zijn zogenaamde vrouw, dat is tenslotte het de normaalste zaak van de wereld. Ook de vraag van de discipelen: “Waarom hebt U haar meer lief dan ons?” toont duidelijk aan, dat het hier niet om de liefde tussen man en vrowu gaat. En de discipelen worden meermalen in het Nieuwe Testament “de vrienden” genoemd. Wat wil men dan met deze plaats werkelijk bewijzen?

Vervolgens: Wat moeten wij dan daarvan denken, wanneer in een andere gnostische tekst – de “Tweede Openbaring van Jacobus”, staat, dat de opgestane Jezus Jakobus op de mond kuste en hem “mijn geliefde” noemde. Blijkbaar verstaan de schrijvers van deze regels deze kus op de mond niet als seksueel van aard, maar als een symblische uitdrukking [afgezien daarvan, of deze zaak nu klopt of niet!]. Dan Brown citeert deze gnostische tekst zoals het in zijn kraam te pas komt. Wanneer u voor zijn fantasiën pleit, dan moet u voor zijn zaak opkomen, maar wanneer u het tegenspreekt, wordt dat onder de tafel geveegd. Zo staat er bijvoorbeeld in het zogenaamde Jakobus-evangelie:

“Simon Petrus sprak tot Hem: Maria moet bij ons weggaan, want die vrouwen zijn het leven niet waard. Jezus sprak: Zie, ik zal hen trekken, opdat Ik haar mannelijk make, opdat ook zij een levende, u gelijkende, mannelijke geest worde. Iedere vrouw die zich mannelijk maakt, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan”17.

Deze plaats weerspreekt zo ongeveer alles wat Dan Brown on sgraag door zijn boek meedelen wilde. Hij wilde immers graag het Goddelijk vrouwelijke weer op de voorgrond stellen, wat volgens zijn mening door de kerk bewust te niet gedaan werd. Daartoe beroept hij zich op de niet erkende gnostische teksten, waarin echter ook net zulke teksten staan, zoals de hiervoor geciteerde. In werkelijkheid is er ook nauwelijks een religie, die de vrouw een hogere waarde geeft als juist het goed begrepen Christendom. Dat de kerk hier over het algemeen vele eeuwen lang gefaald heeft, moge daaarbij waar zijn.

Er zijn eigenlijk maar twee aanwijzingen, waarop Dan Brown bij deze bewering steunen kan. Het gaat enerzijds om het boven genoemde “Filippus-evangelie” en om het “evangelie van Maria Magdalena”. Beide evangeliën hebben echter historisch gezien geen enkele betekenis, omdat deze op de 3e respectievelijk 2e eeuw gedateerd worden. Maar zelfs wanneer men deze voor waar zou aanzien, zo behelzen ze geen enkel direct bewijs voor de bewering, dat Jezus getrouwd zou zijn geweest en al helemaal niet, dat Hij een kind gehad zou hebben. Het is al onzin, hoe ver Dan Brown bereid is te gaan, wanneer hij schrijft: “Ik wil u niet vervelen met eindeloze verwijzingen naar de verbinding van Jezus en Maria” (bladz. 339), wanneer men bedenkt dat het deze twee zijn en ze nog niet eens een directe aanwijzing geven.

* Graal = (in middeleeuwse sagen en romans) schaal of schotel waarvan Christus zich bij het laatste Avondmaal bediende en waarin Jozef van Arimatea het bloed uit Christus’ zijde opving [van Dale, vertaler FW].

NOTEN:
14. Focus Heft 16/2006 bladz. 116
15. Focus Heft 16/2006 bladz. 117
16. Focus Heft 16/2006 bladz. 120
17. Bron: Thomas-Evangelie, Logion 114. Geciteert naar Uwe-Karsten Plisch: “Verborgene Worte Jesu – Verworfene Evangelien”. Berlin: Evangelische Haupt-Bibelgesellschaft en van Cansteinsche Bibelanstalt, 2000. Bladz. 93-122, hier bladz. 121.

(Wordt D.V. vervolgd)

S. Isenberg, © Sound Words

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW