2 maanden geleden

De balans van een leven

Bijbelgedeelten: Handelingen 13 vers 22 en 36; 2 Kronieken 34 vers 2

God schreef op de grafsteen van Koning David: “Want nadat David in zijn eigen geslacht de raad van God had gediend, is hij wel ontslapen …” (Hand. 13:36). Dat was de balans van zijn leven: het dienen van de wil van God.

Het is heel indrukwekkend wat er in de ogen van God van Davids leven overblijft. Ondanks al zijn mislukkingen (denk aan Bathseba, Uria, Adonia, de volkstelling) bleef wat de Heer over hem zei: “David … een man naar mijn hart, die mijn hele wil zal doen” (Hand. 13:22). Ook daarom staat David in de eregalerij van geloofshelden (Hebr. 11:32). We vinden ook een verwijzing naar Davids gehoorzaamheid aan de wil van God bij Josia, onder wie een machtige opwekking kon plaatsvinden; zijn leven wordt als volgt samengevat: “Hij deed wat juist was in de ogen van de HEERE, en ging in de wegen van zijn vader David en week niet af naar rechts of naar links” (2 Kron. 34:2).

Deze bijbelverzen laten ons duidelijk zien wat voor God belangrijk is in ons leven: dat we Zijn wil doen. Als Hij de balans opmaakt, wil Hij zien – ondanks al onze mislukkingen, waarvan we onszelf niet kunnen en willen vrijpleiten -, dat Zijn wil de standaard voor ons is. In een wereld waarin iedereen doet “wat juist is in zijn ogen” (verg. Richt. 21:25), kunnen we tegen deze hoofdstroom in zwemmen en vragen wat God van ons wil. Hierin zouden we zijn als Paulus, wiens drijfveer vanaf zijn bekering tot aan zijn dood de vraag was: “Wat moet ik doen, Heer?” (Hand. 22:10).

Het belang, dat God hecht aan gehoorzaamheid aan Zijn wil gaat zelfs zo ver, dat het een maatstaf is voor het beoordelen van onze liefde voor Hem – zo zegt de Heer Jezus: “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die Mij liefheeft … Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren” (Joh. 14:21,23). Of omgekeerd: Wie zich niet aan Mijn geboden houdt, heeft (uiteraard) Mij niet lief! Dit is heel, heel ernstig.

Hand op het hart: hoe belangrijk is het voor ons om de wil van God te doen? We hebben duidelijk het gevoel dat ons “ik” daar voortdurend tegenin leeft, zelfs als gelovigen. De Heer Jezus Zelf heeft ons laten zien welke prioriteit de wil van God zou moeten hebben – ook (of vooral) in situaties waarin dat menselijk gesproken moeilijk voor ons is: “Moge evenwel niet mijn wil, maar de Uwe gebeuren” (Luk. 22:42).

De wil van God in het NT

De volgende punten met betrekking tot de wil van God zijn belangrijk:

a) Het is aan ons om deze wil te ontdekken (of het nu Zijn algemene, morele wil is of Zijn wil voor onze persoonlijke levens): “… opdat u beproeft wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is” (Rom. 12:2).

Het is interessant om hier op te merken, dat het op veel gebieden in het leven niet nodig is om naar Zijn wil te vragen, omdat die al geopenbaard is. De volgende passages uit het Nieuwe Testament laten zien dat de wil van God het volgende omvat:

  • Heiligheid in het praktische leven (1 Thess. 4:3).
  • Dankbaarheid in het hart (1 Thess. 5:18).
  • Goeddoen aan ongelovigen (1 Petr. 2:15).

b) Ondanks onze eigen wensen en plannen moet de wil van God toch de doorslag geven: “… opdat ik door [de] wil van God met blijdschap tot u kom en mij met u verkwik” (Rom. 15:32); “Als de Heer het wil en wij leven, zullen wij dit of dat doen” (Jak. 4:15).

c) Het vervullen van de wil van God is geen zware plicht, geen onwillige dwang, maar een vreugde van het hart: “… als slaven van Christus, die de wil van God van harte doen” (Ef. 6:6).

d) God wil dat gehoorzaamheid aan Zijn wil een integraal onderdeel is van ons leven als christen: “… volmaakt en ten volle verzekerd in de hele wil van God” (Kol. 4:12).

e) De wil van God kan ook lijden inhouden (1 Petr. 3:17; 4:19) – wat “beter” genoemd wordt.

f) De wil van God staat tegenover de begeerten van mensen. Galaten 5 herinnert ons aan het conflict tussen geest en vlees. “… om de overige tijd in [het] vlees niet meer te leven naar [de] begeerten van [de] mensen, maar naar [de] wil van God” (1 Petr. 4:2).

g) De wil van God doen gaat gepaard met volharding (Hebr. 10:36). Het is geen sprint, maar een marathon. Van bekering tot de opname.

______

David werd gekenmerkt door het feit, dat hij de wil van God wilde doen. Ook al deed hij het niet altijd, hij had berouw en keerde terug naar de Heer. Deze weg is ook voor ons altijd mogelijk: het is nooit te laat om het verlangen te krijgen om naar de wil van God te leven. Niet alleen bij het nemen van grote beslissingen, maar 24/7 als levensprogramma. Zo’n leven eert God.

Wat zou Hij op jouw en mijn grafsteen kunnen schrijven? Wat is onze drijvende kracht?

“En de wereld gaat voorbij, en haar begeerte; maar wie de wil van God doet, blijft tot in eeuwigheid” (1 Joh. 2:17). Wat een aansporing voor ons!

 

© www.bibelstudium.de; Alexander Schneider

Online in het Duits sinds 02.12.2024

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW