Bijbel contrastrijk (III)
Bijbelverzen moeten indien mogelijk in verband van de tekst onderzocht worden. Desondanks struikelt men steeds weer over de op het eerste gezicht verrassende “tegenstellingen” tussen afzonderlijke bijbelverzen. Deze contrasten nodigen uit om over na te denken. Daarom … als u misschien ook zulke contrasten ontdekt hebt of zoekt naar verklaringen hieromtrent: mail dan gerust. We hopen dan hierop verder in te gaan. Dit keer gaat het over “niet oordelen” en “oordelen”. Hoe zit het daarmee bij ons?
Weerstaan – niet weerstaan
• Weerstaan!
De duivel is de grote tegenstander van de Christen en wil ons geloof verwoesten. Moeten wij daarom voor hem vluchten? Helemaal niet, integendeel: het komt er op aan hem te weerstaan! Misschien zaait hij twijfel aan onze behoudenis – dan weerstaan wij hem met het Woord van God (Efeze 6:13). Of hij drijft ons door uiterlijke omstandigheden in de hoek – dan mogen wij hem in het geloof, in het vaste vertrouwen op de Heer, weerstaan en zo in het hart overwinnen (1 Petrus 5:8-9). Soms stelt hij ons ook de wereld in al zijn aantrekkelijkheid voor – dan is van toepassing om op de vastheid van het geloof te staan, tot God te naderen; dan zal de duivel van ons vluchten (Jakobus 4:7). Soms wordt ook de waarheid van het evangelie aangevallen, misschien zelfs door echte Christenen – Paulus weerstond daarom de grote apostel Petrus (Galaten 2:11). Voor al deze strijd hebben we de nabijheid van de Heer en de kracht van Zijn sterkte nodig. Dat mogen wij voor onszelf en voor onze mede-brusters op het strijdtoneel vragen (Efeze 6:10).
“Onderwerpt u dan aan God. Weerstaat de duivel en hij zal van u vluchten” (Jakobus 4:7).
• Weerstaat niet!
De Heer Jezus geeft ons in de bergprediking een waarschuwing, die in contrast met het “weerstaat” schijnt te staan: “Gij hebt gehoord dat gezegd is: Oog om oog en tand om tand. Maar Ik zeg u: weerstaat de boze niet; maar als iemand u op de rechterwang slaat, keer hem ook de andere toe” (Mattheüs 5:38-39). Wat wordt hier bedoeld? Nu, het boze in de harten van de ongelovigen, misschien ook soms bij gelovigen, uit zich somtijds in aanvallen tegen de naaste. Moet ik dan in gerechtvaardigde toorn met een flinke dreun terugslaan? Ik sta toch in mijn recht, ik moet mij verdedigen! Ja, dat mag dan zo zijn, maar als discipelen van de Heer Jezus moeten wij niet op gerechtigheid bouwen, maar “een instellen” op iets dat meer dan gerechtigheid is, namelijk genade uitoefenen! Winnen wij de ander tegenover ons als wij ons recht doorzetten? “Een zacht antwoord keert de grimmigheid af” (Spreuken 15:1; zie ook Romeinen 12:19-21). Wanneer wij zó onze Meester volgen en de boze niet weerstaan, wordt het tot zegen voor allen en zal tot eer van God zijn.
De duivel weerstaan wij en behouden zo de zegen van de bijbelse waarheid; boze handelingen van onze omgeving weerstaan wij niet en zijn zo anderen tot zegen – beide alleen in de kracht van onze Heer
“Gij hebt veroordeeld, gij hebt gedood de rechtvaardige; hij weerstaat u niet” (Jakobus 5:6).
Martin Schäfer, © Folge mir nach
Geplaatst in: Bijbel
© Frisse Wateren, FW