Vóór of tegen Christus
Bijbelgedeelten: Mattheüs 12 vers 30; Markus 9 vers 40
Bijbelverzen moeten zoveel mogelijk in de context van de tekst worden onderzocht. Toch stuit men telkens weer op “contrasten” tussen afzonderlijke bijbelpassages die op het eerste gezicht verrassend zijn. Deze contrasten vragen om bezinning – en deze kleine serie wil daaraan bijdragen. Verdere voorstellen van lezers zijn welkom …
Wie niet met Mij is, is tegen Mij (Matth. 12:30; Luk. 11:23)
De Farizeeën hadden de Heer Jezus ervan beschuldigd demonen uit te drijven door Beëlzebul, de overste van de demonen. Daarmee lasterden ze de Geest van God en verwierpen ze Christus als de Gezondene van God. Met zo’n massale demonstratie van godslastering aan de ene kant en de grootheid van de Heer Jezus aan de andere kant, waren er geen compromissen, geen grijze gebieden. Daarom zegt de Heer Jezus, dat een ieder die niet bewust Zijn kant kiest, tegen Hem is. Wie niet met Hem bijeenbrengt, verstrooit. Ook vandaag de dag zijn er situaties waarin we een compromisloos standpunt moeten innemen voor de Heer en waarin de houding van andere mede-christenen ook duidelijk te herkennen is aan hun positie ten opzichte van de Heer. Als het bijvoorbeeld gaat om antichristelijke stromingen of leringen, als het gaat om het verwerpen van het gezag van de Heer en Zijn Woord, kan er geen sprake zijn van een tussenopvatting. Vóór of tegen Christus – daarmee moet zich ieder laten meten.
Wie niet tegen ons is, is vóór ons (Mark. 9:40; Luk. 9:50)
Johannes en zijn medediscipelen hadden gezien hoe iemand demonen uitdreef in de Naam van de Heer Jezus. Het was voor hen ondenkbaar, dat deze daad juist was. Reden: De “genezer” volgde de Heer Jezus niet samen met de andere discipelen. Gaat de Heer Jezus in Zijn antwoord op dezelfde manier te werk als bij het verwijt van de Farizeeën? Integendeel: “Verhindert het hem niet; want er is niemand die een kracht zal doen in Mijn Naam en kort daarna smadend van Mij zal kunnen spreken. Want wie niet tegen ons is, is vóór ons” (Mark. 9:39,40). Hier ging het niet om het afwijzen of accepteren van de Persoon van de Heer, maar om de weg van de navolging. De Heer en Dienaar erkent ook de “andere” discipel en bevestigt, dat hij vóór Hem was. Ook vandaag de dag zijn er onbekende en misschien minder geïnstrueerde discipelen van de Heer die Hem in trouw en toewijding volgen en dienen – en die de Heer waardeert en erkent. We zouden hen en hun bediening met vreugde moeten erkennen, ook als we sommige van hun standpunten niet (kunnen) delen. De Heer wil ons beschermen tegen laksheid als het gaat om krachtig aan Zijn kant te staan en tegen sektarisme als het gaat om het erkennen van het werk van God door “anderen.”
Martin Schäfer; © www.bibelstudium.de
Online in het Duits 15.10.2008.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW