4 jaar geleden

Afhankelijkheid in het leven van Jezus (67)

De macht der liefde

 

Omstreeks het negende uur nu riep Jezus met luider stem de woorden: Eli, Eli, lamá sabachtháni? Dat is: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” (Matth. 27:46).

 

De kruisiging van de Heer der heerlijkheid was verreweg de meest buitengewone gebeurtenis, die ooit hier op aarde heeft plaatsgevonden. De kreet “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” is in zekere zin uniek in de menselijke geschiedenis. David schrijft: ”Ik ben jong geweest, ik ben ook oud geworden, maar ik heb de rechtvaardige nooit verlaten gezien …” (Ps. 37:25). Maar ongeveer 1000 jaar later gebeurde het: de Rechtvaardige werd door God verlaten – en dat vanwege mijn en uw zonden! “Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, [de] Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen … die Zelf onze zonden in Zijn lichaam heeft gedragen1 op het hout” (1 Petr. 3:18; 2:24).

Van Bethlehem tot Golgotha leefde Hij een volmaakt leven tot eer van God. Toen Hij aan het begin van Zijn openbare dienst bad, ging de hemel open en getuigde God publiekelijk van Zijn welbehagen in Hem. Maar nu, toen Hij van de aarde verhoogd aan het vloekhout hing, bleef de hemel ondanks Zijn roepen gesloten. Hij had met vrede in het hart tot de Joden gezegd: “En Hij die Mij heeft gezonden, is met Mij; Hij heeft Mij niet alleen gelaten” (Joh. 8:29). Maar nu roept Hij het uit in vreselijke smart en vraagt: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U mij verlaten?”

Het hart van de gelovige beantwoordt deze geweldige vraag: “Om mijnentwil!” Er is waarschijnlijk niets, dat de ziel zó heiligt als het aanschouwen van deze scène op Golgotha. Wat hield de Zoon van God daar aan het kruis? De liefde voor Zijn Vader en de liefde voor ons! Hij had tot Zijn discipelen gezegd: “… opdat de wereld weet dat Ik de Vader liefheb, doe Ik ook zó als de Vader mij heeft geboden” (Joh. 14:31). En elk kind van God kan eraan toevoegen: “Hij die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven” (Gal. 2:20). Salomo schrijft: “Vele wateren kunnen de liefde niet uitblussen en rivieren spoelen  haar niet weg” (Hoogl. 8:7).

‘k Aanbid de macht van Uwe liefde,
Heer Jezus die U openbaart,
die U, hoe snood men U ook griefde,
aan haters niet hebt gespaard.

 

Wanneer hebt u de Zoon van God de laatste maal voor deze liefde aangebeden? Wat gebeurt er in uw hart, als u denkt aan de drie uur van duisternis? Geeft uw leven Hem een ​​antwoord op deze liefde?

Laat hart en zin getekend wezen
door wat Uw liefde met mij doet.
Laat zó mijn woorden, werken, streven,
slechts U vertonen, heel mijn leven.

NOOT:
1. In de zin van ‘uitgeboet’; verg. Jes. 53:12 LXX); of ‘Zich voor onze zonden heeft opgeofferd’ (zo vertaald in Hebr. 7:27).

 

Jan Philip Svetlik; © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 16.02.2018.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW