4 jaar geleden

Afhankelijkheid in het leven van Jezus (51)

Vastberaden en afhankelijk – de zegen van goede gewoonten

 

“En Hij ging naar buiten en vertrok naar Zijn gewoonte naar de Olijfberg; ook de discipelen nu volgden Hem. Toen Hij nu op die plaats was gekomen, zei Hij tot hen: Bidt, dat u niet in verzoeking komt” (Luk. 22:39-40).

We moeten oppassen dat we van een goede gewoonte geen wet maken, maar ook in dit opzicht afhankelijk blijven. Het kan bijvoorbeeld zijn, dat de Heer het eens zo leidt, dat we een goede gewoonte niet kunnen nakomen, omdat Hij die dag een ander plan voor ons heeft. Zijn we dan flexibel genoeg om naar Zijn stem te luisteren in plaats van ons vast te klemmen aan onze gewoonte?

Ondanks goede gewoonten was de Heer Jezus altijd afhankelijk van Zijn Vader. Gewoonlijk onderwees Hij de menigten die tot Hem kwamen (Mark. 10:1), maar in Markus 1 vers 37-38 weet Hij, dat het op deze dag de wil van Zijn Vader is, om het evangelie in andere dorpen te prediken. Hij was in het gebed onderwezen en plaatste Gods persoonlijke leiding boven Zijn goede gewoonte!

Aan de andere kant moeten we ons niet laten misleiden door de vijand om goede gewoonten op te geven. De duivel zal daarom geen middel onbeproefd laten om ons af te leiden of te storen, bijvoorbeeld wanneer we naar de plaats willen waar we gewoonlijk bidden. Hij deed dit ook al met Paulus (verg. Hand. 16:16,17). Daniël had de gewoonte om drie keer per dag op zijn knieën te gaan om met de levende God te spreken en Hem te prijzen. Hiervoor werd hij bedreigd en aangevallen door zijn tegenstanders. Niettemin ging Hij trouw door en beleefde daarom ook, hoe God hem uit de muil van de leeuw redde. Vasthouden aan goede geestelijke gewoonten brengt grote zegeningen met zich mee!

Zoals al genoemd, had de Heer Jezus de gewoonte om op de sabbat naar de synagoge te gaan om Gods Woord met andere Joden te lezen. De eerste christenen hadden de gewoonte om elke dag in de huizen samen te komen om daar brood te breken. Dat kan men vandaag nog doen als men over de juiste toewijding beschikt. Later lezen we erover, dat de gelovigen op de eerste dag van de week – de dag van de Heer – samenkwamen om het brood te breken (Hand. 20:7). We worden vandaag aangespoord om de onderlinge bijeenkomst niet te verzuimen, zoals helaas bij sommige de gewoonte is (Hebr. 10:25).

Goede geestelijke gewoonten moeten levendig worden gehouden, anders bestaat het gevaar dat ze in een loutere formaliteit of een religieus ritueel ontaarden. Ook in de samenkomsten bestaat het gevaar, dat niet de Heilige Geest maar de “geest van de gewoonte” het verloop bepaalt.

Onderwerpen we onze geestelijke gewoonten aan de leiding van de Heilige Geest? Is het misschien tijd om een ​​goede geestelijke gewoonte, die bij ons ingeslapen is, weer op te wekken?

 

Jan Philip Svetlik, © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 29.10.2017.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW