Vertrouwen in jezelf of vertrouwen in God?
“Simon, Simon! ziet, de satan heeft dringend verlangd u [allen] te mogen ziften als de tarwe; Ik heb echter voor jou gebeden dat je geloof niet zou ophouden; en jij, als je eens bekeerd1 bent, versterk je broeders” (Luk. 22:31,32).
De Heer noemt Petrus twee keer bij zijn oude naam. Dit laat zien, dat Hij op het punt stond hem iets belangrijks te vertellen. Er zijn zeven gebeurtenissen in Gods Woord waar God mensen tweemaal bij hun naam noemde. Elke keer was het een beslissend tijdstip in hun leven. Soms spreekt God indringend tot ons door ons twee keer een boodschap te laten horen. Hebben wij een antenne daarvoor?
Er zijn vier belangrijke punten te zien in de woorden van de Heer tot Petrus:
- Hij stelt Petrus het doel van satan voor;
- Hij deelt hem mee, dat hij voor hem gebeden heeft, zodat zijn geloof niet ophoudt;
- Hij gelooft dat Zijn gebed zal worden verhoord en Petrus zal terugkeren;
- Hij roept Petrus op om zijn broeders na zijn omkeer te versterken.
De Heer Jezus liet Petrus “niet in de val lopen”. Hij waarschuwde hem voor de bedoeling van de vijand. Bij Job leren we, dat alles wat er in ons leven gebeurt een voorgeschiedenis in de hemel heeft (zie Job 1). Er gebeurt niets zonder Gods toestemming! God is trouw en waakt erover, dat de vijand ons niets aandoet, dat we niet kunnen verdragen (1 Kor. 10:13)!
Satan heeft tot doel om de discipelen te ziften, zoals men de tarwe na de oogst zift, waarbij deze zolang gezift wordt, totdat men alle vreemde materie, bijvoorbeeld stenen, uit de tarwe verwijderd heeft. Hij wil hun geloofsleven zo goed door elkaar schudden, om te zien wat er dan nog over blijft. Bij Petrus werd het hem geoorloofd, omdat hij een belangrijke maar ook pijnlijke les moest leren.
Petrus was ervan overtuigd, dat hij zijn Meester uit eigen kracht kon volgen. De Heer moest zijn zelfvertrouwen breken, zodat Hij hem later in Zijn dienst kon gebruiken. Hij deed hetzelfde met Mozes, Jakob, David en Paulus om hen tot nuttige vaten te maken.
We zijn er heel snel bij om Petrus vanwege zijn zelfvertrouwen te veroordelen. Maar hoe ziet het eigenlijk in ons eigen leven eruit? Bijna niemand zal vrijuit toegeven, dat hij denkt dat hij de Heer uit eigen kracht volgen kan. Maar gedragen we ons in de praktijk niet vaak zo, alsof we dat zouden kunnen? Waarop vertrouwen we werkelijk: op ons verstand en onze natuurlijke vermogens of op de kracht en de leiding van de Heilige Geest? Hoeveel vertrouwen we op de financiële zekerheid van de onrechtvaardige mammon en hoeveel op de rotsvaste beloften van God? Hebben wij ons deze vragen al eens eerlijk voor de Heer gesteld? In Psalm 62 vers 6 schrijft David: “Zeker mijn ziel, zwijg voor God, want van Hem is mijn verwachting”. Wat zou het in de praktijk voor ons betekenen om alleen op God te vertrouwen? In hoeverre vertoont ons leven iets van dit vertrouwen?
Jan Philip Svetlik, © www.bibelstudium.de
Online in het Duits sinds 17.10.2017.
Geplaatst in: Christendom
© Frisse Wateren, FW