5 jaar geleden

Afhankelijkheid in het leven van Jezus (44)

Dankbaar tot het einde!

Lukas 22 vers 14,15,17:
14. En toen het uur was gekomen, ging Hij aanliggen, en de apostelen met Hem.
15. En Hij zei tot hen: Ik heb vurig begeerd [1] dit pascha met u te eten, voordat Ik lijd.
17. En Hij nam een drinkbeker, dankte en zei: Neemt deze en deelt hem onder elkaar.

Markus 14 vers 22-24:
22. En terwijl zij aten, nam Hij brood en nadat Hij had gezegend [2], brak Hij het en gaf het hun en zei: Neemt, dit is Mijn lichaam.
23. En Hij nam een drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die en zij dronken allen daaruit.
24. En Hij zei tot hen: Dit is Mijn bloed, <dat> van het <nieuwe> verbond, dat voor velen vergoten wordt.

Op 12-jarige leeftijd ging Jezus met Zijn ouders naar Jeruzalem voor het pascha (Luk. 2:41). Nu, ongeveer 21 jaar later, is Hij met Zijn discipelen om Zijn laatste pascha vóór Zijn lijden te eten. Het uur was gekomen, dat Hij zou worden geofferd, van Wie het pascha een voorbeeld was: Christus, “ons Pascha”, zoals de apostel Paulus Hem noemt in 1 Korinthe 5 vers 7. Het was een eenmalig moment waarop het voorbeeld de verwerkelijking ontmoette!

Hij verlangde ernaar om enkele uren vóór Zijn dood nog eenmaal gemeenschap te hebben met Zijn geliefde discipelen. “Niemand heeft groter liefde dan deze, dat iemand zijn leven voor zijn vrienden aflegt” (Joh. 15:13) – zo had Hij hen kort daarvoor nog gezegd. Deze dood met al zijn gezegende tijdelijke en eeuwige gevolgen stond die avond voor Hem. Hij had de Zijnen waarachtig lief tot het einde! (verg. Joh. 13:1).

Ze vierden het laatste pascha in de toebereide [3] bovenzaal, omdat er geen ander kon zijn; en daar vond ook het eerste avondmaal plaats, welke de Heer tot Zijn komst toe instelde.

De Heer dankte op deze avond drie keer in gebed:

  • Voor de drinkbeker die bij het Joodse pascha gebruikt werd, welke de verlossing van Israël uit Egypte symboliseerde;
  • voor het brood, dat Zijn lichaam is, dat Hij voor de gelovigen in de dood overgaf. Terwijl Hij het brood breekt, vraagt Hij hen dit tot Zijn gedachtenis te doen (Luk. 22:19);
  • voor de drinkbeker, die Zijn bloed symboliseert, waardoor de gelovigen worden verlost en voor God gekocht worden.

Hoewel Hij op het punt stond als een Lam naar de slachtbank te worden geleid (verg. Jes. 53:7), trekt Hij zich volledig terug en dankt voor de zegen die de gelovigen door Zijn dood ontvangen zouden.

Ons wordt gevraagd om in alles te danken (1 Thess. 5:18) en te allen tijde voor alles te danken (Ef. 5:20).

Hoe wonderbaar liet de Heer Jezus ons dit zien onder de zwaarste omstandigheden. Zijn wij ook in dit opzicht Zijn navolgers? Is het breken van het brood een wekelijks verplicht programma voor ons, of kunnen we met een oprecht hart zeggen: “… naar Uw Naam en naar Uw gedachtenis gaat het verlangen van onze ziel uit” (Jes. 26:8)?

NOTEN:
1. Letterlijk ‘met begeren heb Ik begeerd’.
2. Of ‘geloofd, een lofzegging gesproken’.
3. ‘Toebereide’ (Mark. 14:15): Dit is voorzien van tapijten en opgemaakte rustbanken; verg. ’spreiden’ in Hand. 9:34.

 

Jan Philip Svetlik, © www.bibelstudium.de

Online in het Duits sinds 05.10.2017.

Geplaatst in:
© Frisse Wateren, FW