Openbaring 20:15
Genummerd Lang geleden speelde zich – waarschijnlijk ergens in Rusland – het volgende af: Vlakbij een dorp stond een aantal bomen die aan de dorpsbewoners verkocht zouden worden om er brandhout van te maken. Elke boom had een nummer, zodat een ieder bij de verkoop, als het nummer werd omgeroepen, zou weten om welke boom het ging. Een onbekende had het volgende gedicht aan een van de bomen gespijkerd: Wandelaar! Ik draag een nummer aan mijn stam,‘k ben nu veroordeeld...
Openbaring 22 vers 16
“Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om u deze dingen te betuigen.” De engel heeft zijn boodschap overgebracht, en nu spreekt eindelijk de Heer zelf. Het plechtige decor van het oordeel, de komende heerlijkheden van de hemelse stad, de zegeningen van de duizendjarige heerschappij, de volmaakte gelukzaligheid van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zijn allemaal aan ons voorbijgegaan, maar uiteindelijk blijven we alleen over met Degene van wie alles afhangt – we zijn alleen met Jezus. Degene die...
Openbaring 22 vers 21
“De genade van de Heer Jezus Christus zij met alle heiligen. Amen” (Openb. 22:21). Een wens ook nu nog geldig Beide het boek de Openbaring alsmede de Heilige Schrift (bijbel) eindigen met deze woorden. Wat een bemoedigende wens: moge het voor ons allemaal gelden nu de jaarwisseling dichtbij of al voorbij is! Na de belofte van de Heer (“Ja, Ik kom spoedig”) en de oprechte weerklank van de wachtende Bruid (Amen, kom, Heer Jezus!” (Openb. 22:20), geeft Johannes uitdrukking aan...
Openbaring 22:12
We lezen in het Nieuwe Testament geregeld over het toekomstige loon voor de gelovigen. Iedere gelovige zal eenmaal loon ontvangen. Ieder die een beker water aan een broeder of zuster geeft, zal zijn loon niet ontgaan (Markus 9:41). De Heer Jezus zegt in ons bijbelvers: “Zie Ik kom spoedig en Mijn loon is bij Mij, om een ieder te vergelden zoals zijn werk zijn zal”. Daaruit kunnen we opmaken dat er verschil in loon zal zijn. In het bijzonder lezen...
Openbaring 2:10
In de ‘Toren van lijden’ Marie Durand – een hugenote – schreef, op 23-jarige leeftijd, in haar dagboek: ‘Als mijn Verlosser het wil, dan ben ik bereid om Zijn heilig evangelie met mijn eigen bloed te ondertekenen’. Kort daarna, in 1738, werd zij met vele anderen die in het huis van haar ouders samenkwamen, gearresteerd. Vrouwen en mannen werden naar aparte gevangenissen gebracht. De vrouwen werden naar een vesting bij de Middellandse Zee gebracht en in de ‘Toren van lijden’...
Openbaring 3 vers 1
Een onbeschaafde jongeman beroemde zich eens in de tegenwoordigheid van Alexander de Grote, dat hij dezelfde naam had als zijn vorst. “Zo verander je naam of verbeter je wandel en je leven”, was het juiste antwoord van de genoemde monarch. “Maak de naam van je vorst niet te schande, doordat je die in verbinding brengt met het gedrag van een boze deugniet”. Hoeveel van hen die zich Christen noemen en daarmee hun naam afleiden van een veel hoger en verhevener...
Openbaring 3 vers 1,7-8
“En schrijf aan de engel van de gemeente in Sardis … Ik weet uw werken, dat u [de] naam hebt dat u leeft, maar u bent … En schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelphia: Ik weet uw werken; zie, Ik heb een geopende deur voor u gegeven, die niemand kan sluiten; want u hebt kleine kracht en u hebt Mijn woord bewaard en Mijn naam niet verloochend.” De zeven gemeenten in Asia (3) – Sardis and Filadelfia...
Openbaring 3 vers 14-16
“En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicéa … Ik weet uw werken, dat u niet koud bent en niet heet … Daarom, omdat u lauw bent, en niet heet of koud, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.” De zeven gemeenten in Asia (4) – Laodicéa Er is een laatste toestand die het christendom kenmerkt. Wij kunnen deze eigenschappen vandaag de dag herkennen: zelfvoldaanheid, lauwe onverschilligheid, religieuze aanspraken om alles te hebben en alles te weten (Deut....
Openbaring 3 vers 1b
“Ik weet uw werken, dat Gij de naam hebt dat gij leeft, en gij zijt dood”. Levend dood Op het eiland Malta bezocht ik een eens klooster waar ik iets heel merkwaardigs zag. Daar zag ik namelijk een zaal waarvan de wanden uit rotsen bestonden. Rondom stond een rij monniken opgesteld, zwijgend en star. Ze zagen eruit als levende mensen en hun ogen schenen in het donker te gloeien. Toen ik echter dichterbij kwam, ontdekte ik huiverend dat het lijken...
Openbaring 3 vers 21
“Wie overwint, hem zal Ik geven met Mij te zitten op Mijn troon, zoals ook Ik overwonnen en Mij gezet heb met Mijn Vader op Zijn troon.” Een boodschap aan Laodicéa “… raad ik u aan goud van Mij te kopen, gelouterd door vuur.” Dat is een deel van de goddelijke rijkdom (Openb. 3:18). Wie heeft Goddelijke rijkdom? Hij is mijn goud. Ik heb alles wat ik in Egypte kreeg laten vallen op de oevers van de Rode Zee, en...