h

0123456789ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWZ
3 maanden geleden

Het Johannes-evangelie (13a)

Bijbelgedeelte: Johannes 4 vers 15-19   “De vrouw zei tot Hem: Heer, geef mij dat water, opdat ik geen dorst heb en ik niet meer hier kom om te putten” (vs. 15). Hier begint het tweede grote deel van het gesprek van de Heer Jezus met deze vrouw. Haar verzoek maakt duidelijk, dat haar interesse gewekt is, maar het maakt ook duidelijk, dat ze nog niets begrepen had van wat de Heer Jezus had voorgesteld. Ze denkt nog steeds aan...

Lees verder
3 maanden geleden

Het Johannes-evangelie (13b)

Bijbelgedeelte: Johannes 4 vers 20-22   “Onze vaderen hebben op deze berg aangebeden, en U [1] zegt dat in Jeruzalem de plaats is waar men moet aanbidden” (vs. 20). De vrouw probeert nu weer te ontwijken en het gesprek in een andere richting te sturen. Deze twee ervaringen doen zich vaak voor in gesprekken met verlorenen, dat er aan de ene kant onbegrip is en aan de andere kant een verlangen om te ontwijken. Maar opnieuw laat de Heer Zich...

Lees verder
3 maanden geleden

Het Johannes-evangelie (13c)

Bijbelgedeelte: Johannes 4 vers 23-24   “Maar er komt een uur, en het is er, dat de ware aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en waarheid; immers, de Vader zoekt ook zulke [personen] die Hem aanbidden. God is een geest1, en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid” (vs. 23+24). Nu leidt de Heer de vrouw naar een tijd waarin beide opzij gezet zullen worden, zowel de menselijke godsdienst van de Samaritanen als de door God...

Lees verder
3 maanden geleden

Het Johannes-evangelie (13d)

Bijbelgedeelte: Johannes 4 vers 25-26   “De vrouw zei tot Hem: Ik weet dat [de] Messias komt, die Christus wordt genoemd; wanneer Die is gekomen, zal hij ons alles verkondigen” (vs. 25). De Heer had de vrouw gezegd, dat de Samaritanen niet wisten wat ze aanbaden (vs. 22); De vrouw geeft hier nu gehoor aan en zegt, dat ze iets weet, namelijk dat de Messias komt. Ze had blijkbaar de verwijzingen uit de vijf boeken van Mozes naar de Heer Jezus...

Lees verder
4 weken geleden

Het Johannes-evangelie (14a)

Bijbelgedeelte: Johannes 4 vers 27-34   “En hierop kwamen zijn discipelen en verwonderden zich dat Hij met een vrouw sprak; toch zei niemand: Wat zoekt u? of: Wat spreekt u met haar?” (vs. 27). In deze verzen 27-30 doet de Heer Jezus niets en zegt Hij ook niets. Eerst staan de discipelen voor ons, dan de vrouw en dan de mensen in de stad. De discipelen hadden niets gehoord van het gesprek van de Heer met de vrouw, want ze...

Lees verder
2 weken geleden

Het Johannes-evangelie (14b)

Bijbelgedeelte: Johannes 4 vers 35-38 Het gesprek van de Heer met Zijn discipelen – de oogst van de discipelen (vs. 35-38). In zekere zin wordt het thema van het werk van God ook voortgezet in vers 35-38 – maar nu niet in wat de Heer Jezus deed, maar in wat Zijn discipelen moesten doen. Het gaat in de eerste plaats over de oogst waartoe de discipelen worden gezonden, maar het gaat ook opnieuw over het zaaien. Bij het overdenken van...

Lees verder
2 jaar geleden

Het juiste denken ten opzichte van God

In zijn boek “The Knowledge of the Holy” schreef A.W. Tozer: “Wat in onze gedachten opkomt als we aan God denken is het belangrijkste van ons!” We moeten juist denken over wie God is. Wij zijn geschapen naar Zijn beeld; Hij is niet geschapen naar ons beeld! In Exodus 3, toen de Heer aan Mozes verscheen, droeg Hij hem op zijn schoenen uit te trekken omdat de aanwezigheid van God heilig was! Dan geeft de Heer Mozes de opdracht terug...

Lees verder
2 jaar geleden

Het kennen van God

Hebreeën 8 vers 11: “Want zij zullen Mij allen kennen, van [de] kleine tot [de] grote … .” De gedachte iets te begrijpen betekent eenvoudigweg een juist inzicht te hebben in de aard van het onderwerp en zich aan te passen aan de aard van dat onderwerp. De gedachte God te kennen betekent een intieme, persoonlijke kennis van Hem te hebben. Het is niet iets, dat we in een reageerbuis kunnen stoppen; het is iets, dat dagelijks in ons moet...

Lees verder
2 jaar geleden

Het Kind in de kribbe

Lukas 2 vers 14: “Heerlijkheid zij God in [de] hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen van Zijn welbehagen1.” De geboorte van Jezus Daar lag een klein Kind in doeken gewikkeld in de kribbe, een baby geboren in grote armoede en afhankelijk van de hulp en zorg van Zijn ouders. De wereld beoordeelde dit Kind verkeerd en wilde het niet opnemen, maar liet het – menselijk gezien – samen met Zijn moeder aan Zijn lot over. Wat kon het...

Lees verder
7 jaar geleden

Het koninkrijk der hemelen (1)

“… die ons gered heeft uit de macht van de duisternis en overgebracht in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde …” (Kol. 1:13). “… Omdat het u is gegeven de verborgenheden van het koninkrijk der hemelen te kennen …” (Matth. 13:11). Het Koninkrijk wordt uitgesteld tot de Heer terugkeert, wanneer het overblijfsel van Israël Hem blijmoedig wil ontvangen en Zijn aardse koninkrijk gevestigd zal worden in macht en heerlijkheid. Maar in deze ’tussentijd’, terwijl de Koning weg is,...

Lees verder