Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (21)
“Hij ging onder een bremstruik liggen slapen, en zie, een engel raakte hem aan en zei tegen hem: Sta op, eet. Hij keek op, en zie, aan zijn hoofdeinde lag een koek, op kolen gebakken, en een kruik water. Hij at en dronk en ging vervolgens weer liggen” (1 Kon. 19:5-6). Elia was in een slaap van depressie; uitputting had zijn tol geëist. Het begon met ontmoediging, iets wat we allemaal wel eens hebben meegemaakt. Maar Elia voedde die ontmoediging...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (22)
“Hij ging daar een grot in en overnachtte er. En zie, het woord van de HEERE kwam tot hem, en Hij zei tegen hem: Wat doet u hier, Elia? Hij zei: Ik heb mij zeer voor de HEERE, de God van de legermachten, ingezet. De Israëlieten hebben immers Uw verbond verlaten, Uw altaren omvergehaald en Uw profeten met het zwaard gedood. Ik alleen ben overgebleven, en zij staan mij naar het leven om het mij te benemen” (1 Kon.19:9-10). Na...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (23)
“En het gebeurde, toen Elia dat hoorde, dat hij zijn gezicht met zijn mantel omwikkelde, naar buiten ging en in de ingang van de grot bleef staan. En zie, een stem kwam tot hem, die zei: Wat doet u hier, Elia?” (1 Kon. 19:13). Elia was in diepe moedeloosheid en depressie geweest, zoals wij eerder in ons hoofdstuk zagen. Hij bevond zich in de duisternis van een grot en de Heer kwam naar hem toe en zei: “Wat doet u...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (24)
“Maar Ik zal er in Israël zevenduizend overlaten, allen die de knieën niet gebogen hebben voor de Baäl, en allen van wie de mond hem niet gekust heeft” (1 Kon. 19:18). Elia bevond zich in een plaats van ontmoediging en zelfs depressie. Toen zijn ontmoediging begon, wendde hij zich niet tot de Heer voor kracht en hulp, maar in plaats daarvan zocht hij in zichzelf naar hulp en die werd niet gevonden. Toen begon hij naar anderen te kijken met...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (25)
Maar David zei in zijn hart: Ik zal op een dag nog eens door Sauls hand weggevaagd worden. Er is voor mij niets beters te doen dan met spoed te ontkomen naar het land van de Filistijnen. Dan zal Saul zijn hoop omtrent mij opgeven om mij nog langer te zoeken in heel het gebied van Israël, en zo zal ik uit zijn hand ontkomen” (1 Sam. 27:1). Men zegt wel eens: “Soms als je helemaal alleen bent ben je...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (26)
“Het gebeurde echter toen David en zijn mannen op de derde dag in Ziklag aankwamen, dat de Amalekieten een inval gedaan hadden in het Zuiderland en in Ziklag. Zij hadden Ziklag verslagen en met vuur verbrand, en de vrouwen die er waren, van de kleinste tot de grootste, als gevangenen weggevoerd. Zij hadden niemand gedood, maar hadden hen weggevoerd en waren huns weegs gegaan” (1 Sam. 30:1-2). David begon aan een neerwaartse spiraal toen hij een gesprek met zichzelf begon...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (27)
“Toen begonnen David en het volk dat bij hem was, luid te huilen, totdat er geen kracht meer in hen was om te huilen” (1 Sam. 30:4). Toen David en zijn mannen Ziklag naderden, zagen zij de uitgebrande gebouwen en ontdekten zij de verlaten stad. Hun hart moet in hen gezonken zijn. Er wordt ons verteld dat zij hun stem verhieven en huilden. Hun doodsangst was diep en de pijn was groot, zo groot dat zij geen kracht meer hadden...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (28)
David nu was zeer bedroefd, want het volk sprak erover hem te stenigen, omdat de ziel van het ganse volk bedroefd was, een ieder om zijn zonen en zijn dochters. Maar David versterkte zich in de Heer, zijn God. “David werd zeer benauwd, want het volk sprak erover hem te stenigen. De zielen van het hele volk waren namelijk verbitterd, ieder over zijn zonen en over zijn dochters. David echter sterkte zich in de HEERE, zijn God” (1 Sam. 30:6)....
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (29)
“David werd zeer benauwd, want het volk sprak erover hem te stenigen. De zielen van het hele volk waren namelijk verbitterd, ieder over zijn zonen en over zijn dochters. David echter sterkte zich in de HEERE, zijn God” (1 Sam. 30:6). David had een verkeerde beslissing genomen toen hij naar zichzelf luisterde in plaats van zich tot de Heer te wenden (1 Sam. 27:1). Hier, toen hij nergens anders heen kon, wendde hij zich tot de Heer! David versterkte zich...
Woorden van belofte en kracht voor de ‘kwetsbaren’ (30)
“En David zei tegen de priester Abjathar, de zoon van Achimelech: Breng mij toch de efod. En Abjathar bracht de efod bij David. Toen raadpleegde David de HEERE en zei: Zal ik deze bende achtervolgen? Zal ik ze inhalen? En Hij zei tegen hem: Achtervolg ze, want u zult ze zeker inhalen, en u zult de gevangenen zeker bevrijden” (1 Sam. 30:7-8). In het vers van vandaag zien we nog een belangrijk gebied waarop David zich in de Heer bemoedigde:...