2 Thessalonika 2 (7)
Ook deze bijbelstudie is als hulp en ondersteuning voor onze lezers bedoeld, om het Woord van God regelmatig en voortdurend te bestuderen. Uw vragen die uit deze bijbelstudie voortkomen, willen we graag proberen te beantwoorden. Evenzo is het fijn om uw opmerkingen te vernemen.
Hoofdstuk 2:12-14
Vers 12: “opdat allen geoordeeld worden die de waarheid niet hebben geloofd, maar een welgevallen hebben gehad in de ongerechtigheid”.
Er is geen hoop voor deze mensen, geen tweede mogelijkheid om zich te bekeren. ALLEN worden geoordeeld, zonder enkel uitzondering. Hun welgevallen geldt de ongerechtigheid. Anders zal het dan zijn voor de mensen die tot dusver het evangelie niet gehoord hebben. Zij kunnen zich dan nog bekeren.
Vers 13: “Maar wij behoren God altijd te danken voor u, door [de] Heer geliefde broeders, dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis, in heiliging van [de] Geest en geloof van [de] waarheid,”.
Paulus heeft in het voorafgaande gedeelte over het verschrikkelijk verderf van hen geschreven, die de waarheid afwijzen zullen. Nu schrijft hij over de zegen, die zij ontvangen die het evangelie aangenomen hebben.
Geliefde broeders: Hoe verfrissend is deze titel na het duistere beeld, wat we zojuist overdacht hebben. En God heeft hen uitverkoren. Weer roert hij heel kort dit verheven thema van de uitverkiezing aan (vergelijk 1 Thessalonika 1:4) en dankt God daarvoor. Wanneer de gelovigen daar ook ernstige gevaren voorgesteld waren, zo herinnert de apostel zich toch, dat er veel reden tot danken was (1:3). Nu dankt Paulus niet voor het goede dat God in hen gewerkt had, maar voor de grote genade van God, waarin Hij de gelovigen delen liet.
Dat God u als eerstelingen heeft verkoren tot behoudenis [of redding]: Het feit dat zij het evangelie geloofd hebben, was het bewijs dat zij uitverkoren waren. Deze uitverkiezing heeft in het begin (in de eeuwigheid) plaatsgevonden. En God heeft de Zijnen uitverkoren opdat zij gered werden. Een belangrijk deel van deze redding (behoudenis) zal zich eerst voltrekken, wanneer de Heer Jezus als Heiland (= Redder) van ons lichaam komt, om de Zijnen op te nemen (Filippi 3:20-21).
In heiliging van de Geest: “In” heeft vaak de betekenis van “door, met”. Heiliging is het omvattende werk van de Geest van God. Het begint met het eerste werken van de Geest van God, waardoor een mens tot bekering en tot geloof gebracht wordt, dus tot nieuw leven gewekt wordt. Dit werk zet zich in het leven van een gelovige voort en zondert hem in toenemende mate ook praktisch voor God af (1 Thessalonika 4:3,7; 5:23).
En geloof van [de] waarheid: De uitverkiezing bevestigt zich in het ogenblik waar de Thessalonikers de waarheid geloofden. Wat een grove tegenstelling vormt dat met hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de waarheid niet aangenomen hebben. De Thessalonikers hebben in de eenvoud van hun harten aan de waarheid en daarmee in het woord van God en de Heer Jezus geloofd.
Vers 14: “Waartoe Hij u door ons evangelie geroepen heeft, tot verkrijging van [de] heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus”.
God heeft hen tot behoudenis geroepen. De roeping gebeurt door het evangelie. Op de grondslag van de wet wordt geen mens gerechtvaardigd. Paulus mocht dit evangelie verkondigen. Hij vereenzelvigt zich samen met zijn medearbeiders volledig daarmee en noemt het daarom ons evangelie.
Tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heer Jezus Christus: Het doel van de redding is het verkrijgen van de heerlijkheid van Christus (Johannes 17:22; 1 Thessalonika 2:12). En wanneer verkrijgen de gelovigen deze heerlijkheid? Wanneer hun Heer komt.
Zullen wij ons niet veel meer met deze komst willen bezighouden? Het geeft echte vreugde en kracht. Daarin ligt het geheim van de vrede. Geliefde lezer, laat u door niets van deze bron van vreugde en kracht afbrengen.
En wanneer Hij opnieuw verschijnen zal, zullen wij met Hem in Zijn heerlijkheid verschijnen (vergelijk hoofdstuk 1:10).
Enkele opdrachten:
- Zoek vijf personen in het Oude testament, die op een bijzondere wijze zich tegen God verzetten?
- Maak alstublieft een kleine karakterisering van de antichrist uit de plaatsen in 2 Thessalonika 2, Openbaring 13 en Daniël 11.
- Bestudeer u eens de drie profetische hoofdstukken in de Bijbel: Leviticus 23, Mattheüs 13 en Openbaring 2 en 3. Men heeft deze hoofdstukken wel de “grote drie profetische zeven” genoemd, omdat deze hoofdstukken telkens uit zeven delen bestaan.
- Waar hebben mensen tekenen en wonderen in de bijbel door occulte krachten uitgeoefend?
- Welke mensen konden zich niet meer bekeren, nadat zij de genade versmaad hadden?
Werner Mücher, © Folge mir nach
Geplaatst in: Bijbel
© Frisse Wateren, FW